Zal een ondernemer straks als alle voorgenomen maatregelen uit de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) van kracht worden minder zorgen hebben over de pensioenregeling van zijn personeel? Dat is nog maar zeer de vraag, schrijft Edwald de Voogd van der Straten CPL.
Ja, de inhoud van de pensioenregelingen wordt straks geüniformeerd. Dat beperkt op dat vlak in ieder geval de keuzestress. Daar staat tegenover dat bijvoorbeeld de vraag of een onderneming zich al dan niet verplicht moet aanmelden voor deelname aan de pensioenregeling van een bedrijfstakpensioenfonds in volle omvang blijft bestaan.
Edwald de Voogd van der StratenVerplichte aanpassing huidige pensioencontracten
Als het wetgevingstraject verloopt zoals gepland dan gaan de nieuwe juridische en fiscale spelregels voor pensioen gelden vanaf 1 januari 2022. Vanaf dat moment gaat er ook een hectische periode aanbreken voor ondernemers. Alle bestaande pensioenregelingen gaan vanaf dat moment op de schop. Met als uiteindelijk doel dat per 1 januari 2026 alle pensioenregelingen zijn aangepast aan de nieuwe regels.
Een van de belangrijkste nieuwe regels is dat alle pensioentoezeggingen moeten worden gegoten in de vorm van een beschikbare premieregeling. Alle overige vormen worden niet meer fiscaal ondersteund. Dat betekent dat de ondernemer/werkgever samen met zijn werknemers in gesprek zal moeten gaan over het aanpassen van de in de onderneming geldende pensioenregeling.
Dat gesprek zal dan zeker mede gaan over compensatie. Het is namelijk de bedoeling dat de hiervoor genoemde beschikbare premieregeling een voor alle werknemers gelijke premie gaat kennen. Deze gelijke premie wordt daarbij gemaximeerd op 30% van de pensioengrondslag. Voor met name oudere werknemers kan hier een probleem ontstaan, voor hen wordt namelijk relatief meer premie betaald dan voor jongere werknemers. Zij zullen dan ook zeker gecompenseerd willen worden voor een mogelijk gemis aan pensioenopbouw.
In de WTP wordt aan werkgevers die hun pensioenregeling nu de vorm hebben gegeven van een beschikbare premieregeling met een met de leeftijd van de werknemer stijgende premie, om deze regeling voor het huidige werknemersbestand voort te zetten. Daarmee zou je het compensatievraagstuk kunnen oplossen. De vraag is wel of je daar als werkgever iets mee opschiet. Want voor alle ‘nieuwe’ werknemers die de ondernemer in dienst neemt gaat wel de nieuwe regeling (met gelijke premie) gelden. Hierdoor loop je mogelijk aan tegen frictie op het gebied van gelijke beloning.
Voor de aanpassing van bestaande pensioenregelingen geldt een strak tijdspad. Een van de ‘opdrachten’ die de ondernemer/werkgever meekrijgt is dat er een transitieplan moet worden geschreven. In dit plan moet hij onder andere aangeven hoe de nieuwe pensioenregeling in zijn onderneming er uit gaat zien, wat de financiële gevolgen van de overgang zijn, en waar een eventuele compensatie uit gaat bestaan. Dit plan moet uiterlijk 1 januari 2024 gereed zijn.
Verplichte aansluiting bij pensioenfondsen blijft
De veranderingen die in de WTP worden voorgesteld brengen geen wijzigingen aan in de regels omtrent verplichte deelname aan pensioenregelingen uitgevoerd door bedrijfstakpensionfondsen.
Dit ondanks het feit dat het invoeren van een beschikbare premieregeling met gelijkblijvende premie wel wordt gezien als een afbrokkeling van de solidariteit die ten grondslag ligt aan het hele systeem van verplicht gestelde pensioenfondsen. Als deze rechtvaardigingsgrond voor verplichte deelname ter discussie komt te staan zou dat op termijn wellicht het einde kunnen inluiden van de verplichte winkelnering.
Vooralsnog gaat het merendeel van de bij de stelselherziening betrokken partijen er van uit dat zo’n vaart niet zal lopen. Ondernemers/werkgevers blijven dus nog zitten met een mogelijke verplichte deelname. Het blijft dan ook zaak om je als ondernemer/werkgever goed te (laten) informeren over het antwoord op de vraag of jouw onderneming wel of niet verplicht moet aansluiten bij een pensioenfonds. De financiële gevolgen in het geval waarin een pensioenfonds een onderneming/werkgever met terugwerkende kracht aansluit zijn fors. In december vorig jaar werd het Pensioenfonds Metaal en Techniek door de rechter in het gelijk gesteld. De betreffende onderneming werd geacht sinds 1991 aangesloten te zijn. Schade, alleen al aan pensioenpremies circa € 1,1 miljoen.
Conclusie
Of het nieuwe pensioenstelsel voor meer gemak in de uitvoering en transparantie gaat zorgen is nog maar zeer de vraag. Zo op het eerste gezicht is een beschikbare premieregeling in essentie een transparante regeling. Maar gelet op het feit dat er voor een bepaald aantal bestaande regelingen een uitzondering wordt gemaakt maakt het er niet duidelijker op. Verder blijft de discussie rond het al dan niet verplicht aansluiten bij een pensioenfonds een ingewikkelde. Zeker met de recente ontwikkelingen op het gebied van platformarbeid.
Edwald de Voogd van der Straten CPL
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
J.N. Weezenberg RA zegt
Vraag : wat gaat er met de enorme sommen geld gebeuren, waar de meeste pensioenfondsen momenteel over kunnen beschikken dank zij de fraaie begrippen dekkingsgraad en beleidsdekkingsgraad ?
Volgende vraag: de “goede” pensioenfondsen blijken uitstekende beleggers (ABP scoorde over 2019 een rendement van 16% !).
Krijgen de a.s. deelnemers aan het nieuwe stelsel een “overrenteregeling”, ofwel een verhoging van de pensioengrondslag ?