De aandeelhouders die door het faillissement in 2014 van de grote autodealer Koops Furness voor €6 miljoen het schip in gingen hebben geen succes met hun claim tegen EY. De rechtbank Overijssel heeft deze week geoordeeld dat EY weliswaar tuchtrechtelijk verwijtbare beroepsfouten heeft gemaakt, maar dat het accountantskantoor civielrechtelijk niets te verwijten valt.
door Misha Hofland
Miljoenenclaim
Koops Furness had in 2013 meer dan 1000 werknemers, 70 vestigingen in Nederland, Zweden en Finland en een omzet van ongeveer €460 miljoen. De dealergroep raakte echter in financiële problemen. Aandeelhouders PMK Holding van de familie Koops en verzekeraar TVM verstrekten in juli 2014 een achtergestelde lening van €6 miljoen aan het bedrijf, in een ultieme poging om de dealerholding te redden. Toen Koops Furness kort daarna alsnog failliet ging kondigden de aandeelhouders een miljoenenclaim aan tegen EY. Volgens TVM en PMK was de €6 miljoen nooit verstrekt als de accountant zijn werk had gedaan. EY zou in de jaarcijfers over 2012 en de voorlopige cijfers over 2013 een te positief beeld hebben verstrekt van de financiële staat van het bedrijf.
Daarbij voelden de aandeelhouders zich gesterkt door de tuchtrechtelijke veroordeling door de Accountantskamer en later het CBb van de controlerend accountant van EY. De RA presenteerde de financiële prestaties van Koops Furness volgens de tuchtrechter inderdaad in veel te positieve bewoordingen en had over 2013 geen goedkeurende verklaring in het vooruitzicht mogen stellen.
Aandeelhouders kenden slechte cijfers
In de civielrechtelijke zaak die volgde claimde TVM € 1,5 miljoen en PMK € 4,5 miljoen van EY. De rechtbank overweegt dat de tuchtrechtelijke uitspraak nog niet betekent dat EY ook civielrechtelijk aansprakelijk is jegens TVM en PMK. De vorderingen worden niet toegewezen, ook niet als veronderstellenderwijs zou worden aangenomen dat de cijfers over 2012 en 2013 een misleidend beeld gaven van de toenmalige financiële situatie van Koops Furness. De bestuurders van TVM en PMK waren op het moment van de lening namelijk al voldoende op de hoogte van de financieel beroerde toestand waarin de dealer verkeerde. EY hoefde daarom in april 2014 niet te voorzien dat TVM en PMK een belangrijke investeringsbeslissing zouden baseren op de formuleringen in het accountantsverslag 2013. Het accountantskantoor had daar op dat moment geen enkele aanwijzing voor.
Faillissement niet voorzienbaar
Daarnaast is volgens de rechtbank ook op geen enkele wijze gebleken dat het in april 2014 aannemelijk was dat Koops Furness binnen afzienbare termijn failliet zou gaan en ook niet dat dit voor EY duidelijk had moeten zijn. Geconcludeerd wordt dat in april 2014 geen sprake was van een situatie waarin het gevaar op schade voor EY redelijkerwijs voorzienbaar was, waardoor er ook geen aanleiding bestond voor een waarschuwing aan de (goed geïnformeerde) aandeelhouders.
Aandeelhouders overlegden niet met EY
Ook stelt de rechtbank vast dat TVM en PMK in de periode van de presentatie van het accountantsverslag, op 8 april 2014, tot aan de investeringsbeslissing, geen enkel contact hebben gezocht met EY om de ontwikkelingen binnen Koops Furness te bespreken. Gelet op het feit dat een bankenconsortium het bankconvenant opzegde, onderhandelingen over een overname werden gevoerd, de schorsing en het ontslag van de CFO en het ultimatum van de banken om binnen twee dagen een bedrag van 6 miljoen te storten had dat wel in de rede gelegen. Door zonder enig overleg met EY achtergestelde leningen aan Koops Furness te verstrekken, hebben TVM en PMK geen kans geboden aan EY om de voorlopige bevindingen in het accountantsverslag 2013 te duiden in het kader van de negatieve ontwikkelingen en de voorgenomen investeringsbeslissing. Evenmin is EY in de gelegenheid gesteld om TVM en PMK te waarschuwen ter voorkoming van de mogelijke schade, constateert de rechtbank.
Uit dat alles vloeit voort dat EY niet kan worden verweten onvoldoende maatregelen te hebben getroffen om eventuele schade te voorkomen. De getroffen maatregelen waren volgens de rechtbank onder de gegeven omstandigheden passend. Ook is er van een causaal verband tussen het handelen van EY en de door TVM en PMK gestelde schade onvoldoende gebleken. De slotsom is daarom dat alle vorderingen van de aandeelhouders tegen EY worden afgewezen.
EY laat weten op dit moment geen behoefte te hebben aan een reactie. Advocaat Xander van Leeuwen, wiens kantoor de aandeelhouders bijstond, laat vrijdagmiddag weten: ‘Wij zijn het vonnis aan het bestuderen en moeten het nog met de aandeelhouders bespreken. Wij kunnen om die reden op dit moment niet inhoudelijk op het vonnis reageren.’
Gert Timmerman zegt
Als accountant (en adviseur) moet je je tegenwoordig niet meer bezig houden met het verleden (zo iets onbenulligs als jaarrekeningen maken en zo) maar met het adviseren van en voor de toekomst. Had EY dan toen, in deze casus, een glazen bol met een grote barst er in zodat ze het faillissement hebben kunnen zien aankomen?