Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vindt dat de Accountantskamer te zwaar heeft geoordeeld in een tuchtzaak tegen een RA die tekortschoot bij de controle van de jaarrekeningen van een failliet autobedrijf. Het CBb zet de berisping om in een waarschuwing.
De curator van een in 2014 failliet verklaarde Mercedes Benz-dealerholding had de RA in 2019 voor de Accountantskamer gesleept: de controle van de jaarcijfers was voorafgaande aan het faillissement onvoldoende geweest. De tuchtrechter ging voor een groot deel mee in die klacht. Zo tekende de RA een goedkeurende controleverklaring nog voordat alle relevante stukken binnen waren. Hij schoot ook tekort bij een onderzoek naar de waarde van een lening die door de holdingvennootschap werd verstrekt aan de grootaandeelhouder: hij legde zijn oor met name te luisteren bij het management van de holdingvennootschap en had onvoldoende oog voor de risicovolle investering die de aandeelhouder met het geleende geld deed. Het kwam de RA op een berisping te staan.
Lees ook: Curator failliete autodealergroep klaagt RA aan om goedkeurende controleverklaringen: berisping
Dubbel beroep
Maar zowel RA als curator was niet tevreden met de uitspraak en tekende beroep aan. De RA protesteerde tegen de gegrondverklaring van een aantal klachtonderdelen, de curator vond met name dat de Accountantskamer het oordeel onvoldoende heeft gemotiveerd.
Maatregel te zwaar
Het CBb oordeelt echter dat aan de inhoudelijke behandeling van de zaak niets schort. Wel is de opgelegde maatregel te zwaar: ‘Het College stelt vast dat uit de in deze zaak beschikbare stukken het beeld naar voren komt dat betrokkene in het algemeen zowel bij de voorbereiding als tijdens de uitvoering van de controle van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekeningen voldoende controlewerkzaamheden heeft uitgevoerd. Op het punt van de controle van de waardering van de immateriële vaste activa en de financiële vaste activa is gebleken dat hij zijn werkzaamheden met meer diepgang had moeten uitvoeren. Ten aanzien van de immateriële vaste activa is naar voren gekomen dat het management belangrijke informatie over de definitieve beëindiging van de dealerovereenkomst met Mercedes-Benz voor betrokkene heeft achtergehouden, terwijl niet gezegd kan worden dat betrokkene hier onvoldoende naar heeft geïnformeerd.’ Om die laatste reden verandert het CBb de berisping in een waarschuwing. Daarbij speelt ook mee dat aan de RA niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.
Geef een reactie