
Ondanks een uitgebreide mailwisseling tussen de accountant en ABN Amro bleef het verdienmodel van een handelaar in parfums, cosmetica en telefoons voor de bank onduidelijk. Miljoenen werden er omgezet, maar ABN Amro kreeg naar eigen zeggen sterk het vermoeden dat het bedrijf betrokken is bij btw-fraude. De voorzieningenrechter oordeelt in kort geding dat de bank de relatie met de klant mocht opzeggen omdat er onvoldoende inzicht is gegeven in de activiteiten en betaalstromen.
De cosmeticahandelaar deed voorheen vooral in elektronica heeft ook een beautysalon. De verschillende vennootschappen van de ondernemer bankierden bij ABN Amro. In oktober vorig jaar vroeg de bank in het kader van een klantonderzoek om informatie over de bedrijfsactiviteiten en enkele miljoenentransacties. Een RA van Wesselman Accountants | Adviseurs stuurde namens de klant antwoorden, maar ook na doorvragen en nieuwe antwoorden van de accountant bleven er volgens ABN Amro veel onduidelijkheden bestaan. De bank stuurde daarom in maart van dit jaar brieven aan de vennootschappen, waarin de bankrelatie per mei werd opgezegd.
Kort geding
De ondernemer en diens vennootschappen spanden daarover een kort geding aan tegen de bank. Bij de voorzieningenrechter voert ABN AMRO aan dat de cosmeticahandel de betalingen die zij ontvangt via haar Bol.com-account weliswaar voldoende inzichtelijk heeft gemaakt en dat deze legitiem ogen, maar dat dit slechts gaat om 5% van de omzet op haar betaalrekening. Voor de overige 95% van de omzet, die zij haalt uit de verkoop van telecommunicatieapparatuur, heeft het bedrijf geen verklaring kunnen geven. Van 1 januari 2019 tot en met 27 mei 2021 is een bedrag van in totaal € 9.986.299,66 op de betaalrekening van het bedrijf bijgeschreven en een bedrag van € 9.832.602,25 afgeschreven. Opvallend is dat de bijschrijvingen op haar rekening continu worden gevolgd door afschrijvingen en het saldo op de betaalrekening daardoor laag blijft. De betaalrekening van de cosmeticahandel lijkt hoofdzakelijk te worden gebruikt als tussenrekening voor het verplaatsen van grote sommen geld tussen niet dan wel summier verifieerbare partijen. […], JRA Products & Services, Snel Logistics en Management, APR Trading, AK Trading en Dutchstone Projectontwikkeling (de bij de grote transacties betrokken partijen, red.) zijn in openbare bronnen niet of nauwelijks vindbaar. Geen van deze partijen heeft een werkende website of fysieke winkel. Verder is het ABN AMRO opgevallen dat deze partijen veelal na 2017 zijn opgericht en direct in staat waren om voor miljoenen euro’s handel te drijven. Snel Logistics en JRA Products zijn gevestigd geweest in een berucht pand in Heerhugowaard. Dat pand is door de burgermeester van Heerhugowaard gesloten nadat er vele vormen van criminele activiteiten zijn geconstateerd, waaronder witwassen van geld, belastingontduiking en vele vormen van fraude. Verder heeft ABN AMRO geconstateerd dat van al deze partijen kort na de handel met de cosmeticahandel het btw-nummer is ingetrokken, dan wel ongeldig bleek. ABN AMRO heeft daarom sterk het vermoeden dat het bedrijf betrokken is bij btw-fraude. De vermeende miljoenenhandel van de cosmeticahandel kan niet worden geverifieerd. Inkoop-, transport en verzekeringsovereenkomsten zijn er niet en leningsovereenkomsten tussen de groepsentiteiten ontbreken. Er lijkt nimmer zekerheid te zijn gesteld voor de substantiële betalingen en onduidelijk is gebleven met welk en wiens startkapitaal de cosmeticahandel haar gestelde miljoenenhandel is gestart. Ieder bewijs dat goederen daadwerkelijk door de cosmeticahandel zijn gekocht, doorverkocht en feitelijk zijn geleverd ontbreekt. De accountant van de vennootschappen heeft alleen facturen overgelegd. Verder staat er niets op papier. Het verdienmodel van de cosmeticahandel is onduidelijk gebleven en het bestaansrecht van het bedrijf als kennelijke schakel in een langere B2B keten is voor ABN AMRO niet te doorgronden.
De beautysalon is feitelijk gefinancierd door de cosmeticahandel. Het financieren van een legitiem, arbeidsintensief en kapitaalarm bedrijf als een beautysalon met vermoedelijk niet-legitieme middelen is een veel voorkomende vorm van witwassen. Dit levert voor ABN AMRO een onaanvaardbaar risico op.
Oordeel voorzieningenrechter
De bestuurder van de cosmeticahandel, een holdingvennootschap, heeft een punt als hij stelt dat ABN AMRO heel algemeen heeft geformuleerd waarom de bankrelatie is opgezegd. Van ABN AMRO mag worden verwacht dat zij in de opzeggingsbrief stelt en onderbouwt welke concrete feiten aanleiding zijn voor de opzegging. Dit is in het belang van de partij met wie de bankrelatie wordt opgezegd, zodat deze weet waartegen hij zich moet verweren. Ook mag van ABN AMRO worden verwacht dat zij gedurende het informatietraject beter bereikbaar is. De (bestuurder van de, red.) holdingvennootschap heeft ter zitting verklaard dat het bijna onmogelijk was om iemand van ABN AMRO aan de lijn te krijgen en dat het drie dagen heeft geduurd eer hij eindelijk een ingevoerde medewerker te spreken kreeg.
Dit alles neemt niet weg dat het de cosmeticahandelaar aan de hand van de informatieverzoeken duidelijk moet zijn geweest dat het ABN AMRO te doen was om inzicht te krijgen in haar businessmodel.
De vragen van ABN AMRO, die ertoe strekten inzicht te krijgen in de handel van de cosmeticahandel-bv, zijn voor een belangrijk deel onbeantwoord gebleven. De cosmeticahandel heeft ABN AMRO onvoldoende in staat gesteld greep te krijgen op haar verdienmodel. Het bedrijf handelt niet met distributeurs aan het begin van de keten of met telecomwinkels waar de keten eindigt, maar is een schakel in een langere keten van tussenhandelaren. De relatie tussen de verschillende schakels is die van leverancier en klant maar ook andersom. Hoe desondanks de winstgevendheid of meerwaarde van het bedrijf kan worden verklaard, heeft zij niet inzichtelijk gemaakt. Bij het ontbreken van toegevoegde waarde in de handelsketen hebben de activiteiten van de cosmeticahandel veel weg van het heen en weer pompen van geld, wat een indicator is voor witwassen en/of btw-fraude. Het bedrijf heeft in betrekkelijk korte tijd voor bijna € 10 miljoen gehandeld in telecommunicatieapparatuur. Hoe zij aan startkapitaal is gekomen om voor miljoenen euro’s te handelen, is onduidelijk gebleven. Documentatie over waar de producten vandaan komen en waaruit blijkt dat deze feitelijk zijn geleverd ontbreekt. Ook onderliggende overeenkomsten ontbreken, omdat telkens zou zijn gehandeld op basis van mondelinge afspraken. De conclusie is dat ABN AMRO ten tijde van de opzegging onvoldoende inzicht had in de activiteiten en betaalstromen van de cosmeticahandel. De opzegging van de bankrelatie met dat bedrijf is dan ook niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en evenmin in strijd met de zorgplicht van ABN AMRO.
Een belangenafweging maakt dit niet anders. De belangen van ABN AMRO om de risico’s van witwassen te beperken en in het bijzonder om niet te worden geassocieerd met strafbare feiten wegen zwaarder dan het belang van de cosmeticahandel bij het behoud van de bankrekening bij ABN AMRO. Hierbij weegt ook mee dat het bedrijf inmiddels beschikt over een bankrekening bij een andere bank.
ABN AMRO heeft er terecht op gewezen dat de beautysalon voor haar een onaanvaardbaar risico vormt om betrokken te raken bij witwassen, omdat dat bedrijf feitelijk is gefinancierd door de cosmeticahandel-BV. Dit maakt dat ook de opzegging van de bankrelatie met de beautysalon op zichzelf naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Omdat de beautysalon, anders dan de cosmeticahandel, nog geen andere bank heeft gevonden en zij vijf werknemers in dienst heeft, is haar belang bij een korte tijdelijke voortzetting van de bankrelatie echter groter dan het belang van ABN AMRO bij onmiddellijke beëindiging daarvan. ABN AMRO zal dan ook worden veroordeeld om de bankrelatie nog drie maanden voort te zetten op de wijze zoals in de beslissing vermeld. Aan deze veroordeling zal geen dwangsom worden verbonden, omdat ervan wordt uitgegaan dat ABN AMRO dit vonnis zal naleven.
ABN AMRO heeft ook de relatie met de ondernemer in privé opgezegd, omdat zij elk vertrouwen in hem heeft verloren, gelet op de manier waarop hij als (indirect) bestuurder van de vennootschappen aan zijn informatieplicht heeft voldaan, of liever gezegd niet heeft voldaan. Inderdaad is het de bestuurder (de holding, red.) die ABN AMRO de gevraagde duidelijkheid had kunnen en moeten geven, maar dat niet heeft gedaan.
In de gegeven omstandigheden is ook de opzegging van de relatie met de bestuurder niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar of in strijd met de zorgplicht. Bovendien zal de bestuurder door die beëindiging niet zijn afgesloten van het economisch verkeer, nu hij elders een bankrekening heeft kunnen openen.
Hoewel in het kader van het klantenonderzoek door ABN AMRO geen vragen zijn gesteld aan de bestuurder, volgt zij het lot van de groep waartoe zij behoort. ABN AMRO mocht dus ook de bankrelatie met de bestuurder opzeggen.
Naschrift
Naar aanleiding van een aanpassing in de tekst van het vonnis, is ook op onze website op 6 september 2022 de tekst aangepast.
Geef een reactie