Een RA en een AA werden in 2011 door de Accountantskamer berispt omdat zij jaarrekeningcontroles bij twee failliete bedrijven onvoldoende kritisch en met onvoldoende diepgang hadden uitgevoerd. De tuchtzaak was aangespannen door een investeerder – een fiscaal econoom – die echter geen schadevergoeding kreeg omdat zij op basis van te rooskleurige cijfers zijn beslissing had genomen. Daarvoor was het verzuim niet ernstig genoeg, zo was de rechter het later eens met de Accountantskamer. Die rechter oordeelde echter ook dat van een tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen met betrekking tot een van de jaarrekeningen geen sprake was, omdat een schuld tegenover de accountants was verzwegen. In hoger beroep bevestigde het hof dat oordeel; de investeerde stapte naar de Hoge Raad en de procureur-generaal concludeert nu hetzelfde. Die conclusie wordt hoogstwaarschijnlijk in de finale uitspraak overgenomen.
Waar gaat het om?
Houtskoolproducent Carbo Group, eigendom van de bv Eko Blok, huurt een pakhuis voor een grote Duitse klant. In april 2008 breekt daar brand uit, waarbij een grote onverzekerde hoeveelheid houtskool en grillbriketten verloren gaat. De zaak wordt opgelost door de klant korting te geven totdat daarmee een bedrag van € 2,5 miljoen is bereikt.
Ondertussen komen Eko Blok en Carbo in de knel bij financier Rabobank, die vanwege de magere financiële resultaten strengere eisen stelt, waaraan niet wordt voldaan. In 2009 meldt de bank daarom de kredietrelatie op te zeggen. Dat betekent: zoeken naar een nieuwe geldschieter en die wordt gevonden in de fiscaal econoom, die onder meer aandelen en achtergestelde leningen overneemt. Bovendien staat ze garant voor de restschuld van ruim € 5 miljoen die nog openstaat bij de Rabobank.
Eigen schuld
Maar dat mag niet baten, want beide bedrijven gaan in 2010 failliet. De econome start een tuchtklachtprocedure die leidt tot een berisping en een waarschuwing voor de AA en RA: die hebben de cijfers niet goed gecontroleerd. Maar ze hoeven de vrouw geen schadevergoeding te betalen, oordeelt de Gelderse rechter in 2020. In principe is er sprake van een schadevergoedingsplicht, maar er hoeft niet te worden betaald: de econome heeft zelf ook (ernstige) schuld aan de schade. Ze had beter onderzoek moeten doen voordat ze haar beslissing nam, vindt de rechter: ‘Het gehele proces van besluitvorming heeft […] slechts enkele dagen bestreken en heeft dus onder grote tijdsdruk plaatsgevonden op basis van uitermate beperkt onderzoek.’ Ze wist dat een eerdere investeerder was afgehaakt na uitgebreid onderzoek en dat de financiering door de bank was opgezegd: die rode vlaggen hebben niet tot nader onderzoek geleid. ‘Een grote gok’, aldus de rechtbank.
Verzwegen schuld
De accountants valt wel degelijk iets te verwijten, maar de nalatigheid van de investeerder is vele malen groter geweest. Bovendien heeft de Accountantskamer ten onrechte geoordeeld dat de accountants steken hebben laten vallen bij de jaarrekening 2007-2008. De voormalig directeur heeft namelijk niet verteld dat er sprake was van een schuld van € 2,5 miljoen aan de klant en ook verzwegen dat er kortingen waren bedongen om zo de schade af te wikkelen. De accountants hadden dat uit de wel beschikbare informatie ook niet moeten of kunnen afleiden, zo is ook de PG het met het eerdere oordeel van de rechter eens.
Parket bij de Hoge Raad, 14 juni 2024 (gepubliceerd 8 augustus)
Geef een reactie