Dat blijkt uit de Monitor Ondernemersklimaat die onderzoeksbureau SEO in opdracht van het ministerie van Economische Zaken heeft opgesteld. De monitor onderzoekt het ondernemingsklimaat aan de hand van veertien dimensies, waarbij de waardering door bedrijven, internationale ranglijsten en feitelijke indicatoren over actuele binnenlandse thema’scentraal staan.
Dalende trend
Bedrijven waarderen het Nederlandse ondernemingsklimaat gemiddeld met een 6,0. Twee derde van de bedrijven geeft een voldoende, een derde geeft een onvoldoende. In 2022 kreeg het ondernemersklimaat nog een 6,7, in 2023 een 6,4. Bedrijven die internationaal opereren of actief zijn in sectoren zoals landbouw, industrie, energie en bouw zijn over het algemeen minder positief dan bedrijven die zich richten op de binnenlandse markt of werkzaam zijn in de ICT-sector en de zakelijke en financiële dienstverlening.
Ondernemers zijn vergeleken met vorige jaren vooral minder tevreden over de energie-infrastructuur, het belastingklimaat en de faciliterende wetgeving. Dat zijn tevens de aspecten die het minst positief worden gewaardeerd. “De stabiliteit en voorspelbaarheid van overheidsbeleid is dit jaar voor het eerst meegenomen en scoort direct het laagst van alle dimensies. Het belang hiervan komt ook terug in verdiepingsvragen over het fiscale klimaat, waarin met name de onvoorspelbaarheid over fiscale regelingen door bedrijven als onaantrekkelijk wordt ervaren.”
Minder dan een op de vijf bedrijven overweegt naar het buitenland te verhuizen; die groep is vooral negatiever over het belastingklimaat, de faciliterende wetgeving en financieringsmogelijkheden.
Concurrentiepositie verzwakt
Nederland hoort nog altijd tot de tien meest concurrerende landen ter wereld, maar is in de World Competitiveness Ranking (IMD) wel afgegleden van de 5e naar de 9e plaats. Ook in de wereldwijde innovatie-index daalt Nederland; het staat daarin nu achtste. “Deze posities brengen Nederland ruwweg terug naar het niveau van het begin vorig decennium.”
Drie op tien bedrijven noemt fiscaal klimaat (heel) slecht
De waardering voor het belastingklimaat gaat van 3,6 naar 3,3; de voorspelbaarheid van het overheidsbeleid (voor het eerst gemeten) krijgt slechts een 2,7. Deze twee elementen zijn volgens SEO belangrijke verbeterpunten. Van de bevraagde bedrijven noemt 19% het belastingklimaat slecht; 11% geeft het zelfs de kwalificatie ‘heel erg slecht’. Daar staat zo’n 18% tegenover die het fiscale klimaat goed of enigszins goed vindt. Het minst negatief over het belastingklimaat zijn de sector ICT en industrie, agro en energie. De bouw- en vastgoedwereld zijn het meest negatief.
Onvoorspelbaarheid regels grootste ergernis
Het meest kritisch zijn ondernemers over de voorspelbaarheid van fiscale regels voor bedrijven: 56% noemt die enigszins tot heel erg onaantrekkelijk. Een voorspelbare 49% noemt de belastingtarieven voor bedrijven enigszins tot veel te hoog. Verder is 38% negatief over de aanwezigheid van fiscale regelingen voor de overdracht van ondernemingen. Relatief mild gestemd zijn bedrijven over fiscale mogelijkheden voor het aantrekken van talent, verduurzaming en innovatie.
G Timmerman zegt
Als .. de hierboven genoemde bedrijven nu eens werknemers waren én ze zouden mopperen over de hoogte van het tarief dan… hadden ze gelijk. Waar we het wel over eens zijn: onze eigen, democratisch, gekozen (dat is gestemde) overheid munt uit in onbetrouwbaarheid. Laten we het maar flexibiliteit noemen, dat klink wat vriendelijker. Denk aan: onze studenten, die leefden nog lekker in hun eigen wereldje toen de zo royaal aangeboden studiefinanciering optimaal gingen benutten. Wat werden ze wreed wakker geschud toen ze in de boze buitenwereld te maken kregen met die onbetrouwbare partner die hen had geleend en toen rente ging vragen. Het lastige in dit verschijnsel is dat de overheden niet meer doen dan het beleid uitvoeren wat de politiek heeft goed gevonden. Als na verloop van wat tijd de politiek dan wordt geconfronteerd met de gevolgen van dat beleid dan ligt het -natuurlijk- ineens aan de uitvoering.