
Uitspraak: 24/2884 Wtra AK
De accountant, sinds 2020 ingeschreven in het accountantsregister van de NBA, werd in april 2022 aangesteld om een bindend advies uit te brengen in een financieel geschil tussen een schilder met een eigen bedrijf en een BV waar hij gezamenlijke schilderprojecten mee uitvoerde. Dit geschil ontstond na de beëindiging van hun samenwerking in 2019 en had betrekking op de onderlinge afrekening van de gezamenlijke schilderprojecten. In mei 2021 kwamen beide partijen bij de rechtbank overeen om op gezamenlijke kosten een administrateur of boekhouder aan te stellen die door middel van een bindend advies zou vaststellen wat de partijen over en weer van elkaar te vorderen hebben met betrekking tot de schilderprojecten.
Bindend advies
De accountant voerde in juli 2022 afzonderlijke gesprekken met beide partijen en hun advocaten. Vervolgens liet hij echter geruime tijd niets van zich horen. In november 2022 stuurde hij een bericht aan de advocaat van de BV waarin hij aangaf dat hij door werkdruk en persoonlijke omstandigheden, waaronder de ernstige ziekte van zijn vader, moeite had om het advies op te stellen.
Pas op 14 februari 2023 vond een overleg plaats tussen de advocaten van beide partijen en de accountant, waarna de schilder op 24 maart 2023 aanvullende documenten aanleverde. Op 14 juli 2023 werd het conceptadvies in de vorm van een memo gedeeld, waarop zowel de schilder als de BV schriftelijk reageerden. Op 1 november 2023 besprak de accountant het conceptadvies met alle betrokkenen. Uiteindelijk bracht hij op 17 januari 2024 zijn definitieve advies uit, waarin werd vastgesteld dat de schilder een bedrag van € 37.367,99 inclusief handelsrente aan de BV moest betalen.
Terughoudende toetsing
De schilder stapte daarna naar de Accountantskamer over het bindend advies van de accountant. De Accountantskamer toetst het handelen of nalaten van betrokkene aan de gedrags- en beroepsregels voor accountants. Die toetsing is echter terughoudend, overweegt de Accountantskamer onder verwijzing naar een eerdere uitspraak van het CBB over een accountant die als bindend adviseur heeft opgetreden[1]. De accountant was bindend adviseur en daarbij past een terughoudende toetsing vanwege de aard van de opdracht aan betrokkene: geschilbeslechting. Vanwege die aard komt aan de accountant beoordelingsruimte toe.
Oordeel Accountantskamer
De klacht is gedeeltelijk gegrond want de AA is op twee punten tekortgeschoten en heeft het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.
De Accountantskamer is van oordeel dat de accountant zijn standpunt om een project niet in de afrekening te betrekken en de gronden waarop dat rust, in zijn advies uitdrukkelijk had behoren te vermelden. Hij diende zijn advies immers zodanig te motiveren dat de klager kon begrijpen op grond waarvan het project buiten de afrekening was gelaten.
Ook in een ander opzicht schiet het advies tekort, overweegt de Accountantskamer. Over een vordering van de BV op de schilder schreef de accountant dat hij geen verweer aantrof vanuit beide partijen met betrekking tot de vordering. De schilder wees er echter terecht op dat de vordering in de gerechtelijke procedure, waar de accountant de stukken van had, wel degelijk werd bestreden: “Betrokkene heeft ter zitting erkend dat bedoelde zin tot misverstanden kan leiden en dat hij bedoeld heeft te zeggen dat hij vanuit zijn onderzoek niet heeft vastgesteld dat de vordering van [BV1] op klager onjuist is. Ook hier geldt naar het oordeel van de Accountantskamer dat betrokkene zijn advies niet naar behoren heeft gemotiveerd, aangezien de betreffende zin ten onrechte de indruk wekt dat er geen meningsverschil bestond. Betrokkene heeft het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.”
Eisen aan bindend advies
De Accountantskamer geeft nog mee “dat betrokkene zich blijkbaar onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de eisen die aan een bindend advies worden gesteld, hoewel het uitbrengen van een bindend advies voor betrokkene nieuw was. Betrokkene had zijn onervarenheid kunnen compenseren door bijvoorbeeld terugkoppeling en overleg met een ervaren accountant of jurist en het concept van zijn advies aan een van hen kunnen voorleggen. De situatie is nu dat het bindend advies de (terughoudende) toets van kritiek op de hiervoor besproken twee onderdelen niet doorstaat. Dat was misschien voorkomen als betrokkene zich meer had verdiept in wat van hem als bindend adviseur werd gevergd.”
[1] ECLI:NL:CBB:2017:501
Geef een reactie