
Alles lijkt tegenwoordig te draaien om leiderschap. Dat begrip is inmiddels zo breed inzetbaar dat het bijna een containerbegrip is. En toch: onze fascinatie hiervoor als mensheid lijkt eindeloos. Het meest verkochte non-fictie genre wereldwijd? Jaar in, jaar uit: leiderschap. De afgelopen jaren kwam er een opvallend subgenre bij: leiderschap binnen de krijgsmacht en politie. Titels als Missie Mindset, Ontdek je mentale kracht en Leiden vanuit veerkracht liggen in stapels in de boekwinkels. Programma’s als Kamp van Koningsbrugge, waarin oud-commando’s de deelnemers trainen, doen daar nog een flink schepje bovenop.
Zonder discipline kom je nergens
Ik geef toe: ik heb zelf ook een aantal van dit soort boeken gelezen. De boodschap in al deze boeken en verhalen komt vaak op hetzelfde neer: zonder discipline ben je nergens. Op het moment dat je wilt opgeven, ben je pas op de helft van wat je daadwerkelijk kunt. Wil jij een gelukkig leven, dan moet je vooral volhouden en niet opgeven bij een enkele tegenslag. En het klopt: veel van wat daarin gezegd wordt, is waar. Discipline helpt om ander gedrag vol te houden en nieuwe gewoontes te ontwikkelen. Ook werken aan je weerbaarheid en leren omgaan met tegenslag is essentieel. Tegenvallers, verdriet en verlies horen tenslotte onvermijdelijk bij het leven. Daarom is het waardevol om te leren omgaan met tegenslag en weerstand. Je ontdekt namelijk wat het met je doet en wat je persoonlijke ‘rescue tools’ zijn om het hoofd te bieden aan zulke situaties. Dat maakt je krachtiger in vergelijkbare en nieuwe situaties.
En maar doorgaan…
Tegelijkertijd schuilt er ook een risico in de stroming dat discipline overal het antwoord op is. Dat is het idee dat je altijd meer, beter, harder moet. Dat je vooral moet doorgaan, want daarmee train je je mindset. Niet opgeven, maar doorzetten. En als je je doelen nog niet hebt bereikt? Dan ligt dat waarschijnlijk aan jezelf, aan je mentaliteit. Dat creëert een beeld waarin falen eigenlijk geen optie meer is. Wanneer dingen in je leven niet lukken, ligt het aan jou. Je geeft te snel op. Je wil niet graag genoeg. Je blijft te lang hangen in de pijn. En hoe meer we focussen op de maakbaarheid van het leven, des te minder veerkrachtig we uiteindelijk worden op de momenten waarop het tegenzit. Ik vind dat zorgelijk.
Begrijp me goed: ik geloof oprecht dat mensen vaak meer kunnen dan ze denken. Dat veerkracht trainbaar is, en dat je met doorzettingsvermogen ver kunt komen. Maar als mindset het enige vertrekpunt wordt, haken mensen af. Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze zich niet gezien, niet gehoord en niet gewaardeerd voelen. En wanneer het ondanks al dat doorzetten niet lukt, lijkt het toch al snel hun eigen schuld. “Had je maar harder je best moeten doen.” Die signalen zie ik vaker in mijn werk met (jonge) professionals, maar misschien nog wel wat explicieter in de accountancy.
Druk opvoeren werkt averechts
De grootste uitdagingen onder professionals van 20 tot 35 jaar zijn op dit moment: angst, eenzaamheid en psychische ballast. En precies die leeftijdscategorie is massaal vertegenwoordigd binnen de accountancysector. Tegen deze groep zeggen “dat ze gewoon wat meer eigenaarschap moeten tonen” of “dat de werkdruk wel meevalt”, werkt averechts. Daarmee drijven ze alleen maar verder van je af. De grow or go-filosofie die jarenlang de norm was, zeker binnen de grotere kantoren, werkt dat ook duidelijk in de hand. Sneller doorgroeien, meer aankunnen en beter presteren, anders vertrek je maar. Juist die norm heeft ervoor gezorgd dat veel talent gebukt ging onder de zware last van eindeloos moeten presteren. Met als boodschap: als het niet lukt, is het gewoon eigen schuld. Gelukkig kan het ook anders.
Ander leiderschap, andere resultaten
Wil je als organisatie topprestaties leveren samen met jonge professionals, dan vraagt dat om iets fundamenteel anders. Dan begint het bij je eigen leiderschap. Onder ogen zien wat jouw rol daarin is, en bereid zijn om dat te ontwikkelen. Dáár zit het verschil. Het vraagt om reflectie op de verantwoordelijkheid die je hebt als leider. Ik weet dat het werkt: jarenlang leidde ik een organisatie met negentig medewerkers, waarvan zeventig procent jonger was dan 35 jaar.
Wat hielp was dit:
- Ambitie uitspreken. Waar gaan we als team of organisatie naartoe? Waarom is dat belangrijk? En wat vindt iedereen van die ambitie? Als je daar gedeelde verantwoordelijkheid op krijgt, ontstaat er energie (en enthousiasme).
- Actie ondernemen. Ambitie zonder actie blijft een mooie intentie. Hoe zorgen we voor realisatie? Voor commitment? En hoe spreken we elkaar aan als we ‘het’ laten liggen?
- Aandacht schenken. De gouden sleutel tot het activeren van jong talent. Zorg voor een veilige omgeving waarin duidelijk is wat je van je mensen verwacht. Faciliteer hun ontwikkeling, zowel professioneel als persoonlijk. Stel vragen. Luister. En: maak mensen belangrijk, zodat ze ontdekken en voelen wat hun waarde is. Voer het gesprek: wat vind je nou echt leuk in je werk, waar krijg je energie van? Waar zou je je nog meer in willen ontwikkelen? Maar ook: hoe blijf je dicht bij jezelf, waardoor je de druk in je werk beter kunt hanteren of makkelijker met die lastige collega om kunt gaan? Je mensen hoeven geen alleskunners te zijn. Ze mogen ook leren hoe belangrijk het is om tijdig los te laten wat niet (langer) bij hen past. Ook die les kun je vanuit jouw leiderschap aan hen meegeven.
Reflectie op je eigen leiderschap
Leiderschap is geen commando-uitdaging. Het is ook geen mentale overlevingsreis. Wat het wel is? Mensenwerk! Ik geef je graag een aantal vragen mee om je te helpen reflecteren op je eigen leiderschap. Dat is geen checklist, maar een uitnodiging. Aan jezelf – en aan je team.
- Op welke wijze laat ik mijn waardering blijken? Ben je generiek in het uitspreken van waardering, of kies je bewust voor specifieke bewoordingen? Dat laatste maakt veel meer indruk. Je laat daarmee namelijk zien dat je aandachtig hebt gekeken naar wát zij hebben gedaan en hoe ze dat hebben gedaan.
- Hoe ben ik als leider bezig met het beter maken van mijn mensen? Krijgen ze van jou de ruimte en aandacht om te leren en fouten te maken?
- Ben ik helder over mijn verwachtingen van de output? Durf je daarbij duidelijk te zijn, om vervolgens binnen die kaders voldoende autonomie te geven?
- Hoe geef ik mijn medewerkers het gevoel en het idee dat ik vertrouwen heb in hun kwaliteiten? Of heb je de neiging om te micromanagen, om op die manier de controle vast te houden?
- Durf ik oprecht te luisteren naar wat mijn mensen vinden (of voelen)? Ben je in staat om je eigen mening even opzij te zetten, en zonder te sturen met oprechte interesse te luisteren en door te vragen?
Moed gevraagd
Leidinggeven aan (jonge) professionals is bijzonder en betekenisvol werk. De impact die je kunt maken op het leven en de ontwikkeling van een ander is groot. En ja, het zal moed vergen om aan de slag te gaan met je eigen leiderschap, om dat kritisch tegen het licht te durven houden. Maar juist dát zorgt ervoor dat ook jouw medewerkers zich ontwikkelen tot veerkrachtige en weerbare (accountancy)professionals.
Gertjan van Delden is oprichter en eigenaar van Enroute, gespecialiseerd in leiderschaps- en talentontwikkeling, en als trainer verbonden aan Fiscount.
Geef een reactie