Het ministerie van Financiën is een consultatie gestart over een wetsvoorstel waarmee de heffing en inning van de BTW op grensoverschrijdende internetverkopen voor ondernemers wordt gewijzigd, met als doel een modernisering en vereenvoudiging. De BTW-vrijstelling van goederenzendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 22 euro wordt geschrapt. Met de wetswijziging worden de artikelen 2 en 3 van de Europese richtlijn elektronische handel per 1 januari 2021 geïmplementeerd.
Een belangrijk gevolg van de implementatie is dat een omvangrijke uitbreiding wordt gerealiseerd van de BTW-heffing via het zogenoemde mini éénloketsysteem (Mini One-Stop Shop System, afgekort het MOSS), dat nu nog alleen van toepassing is op digitale diensten voor consumenten in de Unie door ondernemers die geen vestiging hebben in de lidstaat van de afnemer. Door de uitbreiding van de toepassing van het mini éénloketsysteem kunnen ondernemers straks de BTW die verschuldigd is in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn voor diensten verricht voor consumenten in die lidstaat, voor elke willekeurige dienst afdragen via dit systeem (het éénloketsysteem).
BTW verschuldigd in lidstaat consument
Ondernemers die binnen de Unie zogenoemde afstandsverkopen van goederen verrichten aan consumenten in andere lidstaten zullen door nieuwe regels veel sneller dan nu de BTW over die verkopen verschuldigd worden in de lidstaat van de consument. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het beginsel van belastingheffing in het land van bestemming. Deze wijziging betekent wel dat deze ondernemers vaker met de BTW-regels en tarieven van andere lidstaten te maken zullen hebben. In beginsel moeten zij zich dan bij de belastingdiensten van de lidstaten van de consument aanmelden en daar de BTW aangeven en betalen. Echter, ook deze ondernemers kunnen door de uitbreiding van de toepassing van het éénloketsysteem desgewenst de BTW voor andere lidstaten in de eigen lidstaat afdragen en betalen.
Afschaffing BTW-vrijstelling
Verder is het een belangrijke wijziging dat de richtlijn elektronische handel voorziet in de afschaffing van de BTW-vrijstelling bij de invoer van goederenzendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan € 22 die worden geleverd door ondernemers van buiten de Unie aan consumenten binnen de Unie. Hiermee wordt voor alle goederenleveringen aan consumenten voor de BTW een gelijk speelveld gecreëerd tussen leveranciers van binnen en buiten de Unie.
Invoerregeling
In samenhang met de afschaffing van de BTW-vrijstelling voor de hiervoor genoemde goederenzendingen van buiten de Unie, wordt de leveranciers daarvan de gelegenheid geboden de BTW over die verkopen aan te geven en af te dragen via een nieuw in te stellen toepassing van het éénloketsysteem: de zogenoemde invoerregeling. Wanneer een ondernemer de BTW gaat aangeven en betalen via de invoerregeling, wordt voor de betreffende goederen die hij verzendt aan een consument in de Unie bij de feitelijke invoer niet meer in de heffing betrokken.
Elektronische interfaces (handelsplatforms)
Een groot deel van de afstandsverkopen van goederen wordt aan de consument verkocht via elektronische interfaces (handelsplatforms). Om een doeltreffende heffing en inning te bereiken van de BTW die over die verkopen verschuldigd wordt door ondernemers van buiten de Unie, worden de elektronische interfaces voor die verkopen belastingplichtig gemaakt voor die BTW.
Post- en koeriersdiensten
Een ander aspect van dit wetsvoorstel heeft betrekking op de post- en koeriersdiensten en andere logistieke dienstverleners. Deze ondernemers verzorgen ten behoeve van de consument de invoeraangifte voor het overgrote deel van de goederenzendingen van buiten de Unie met een intrinsieke waarde van niet meer dan € 150. De Wet op de omzetbelasting 1968 gaat voor post- en koeriersdiensten voorzien in een vorm van uitstel van betaling waarbij geen zekerheid behoeft te worden gesteld voor de ter zake van de invoer verschuldigde BTW bij invoer van pakketjes van buiten de Unie waarvoor door de leverancier geen gebruik wordt gemaakt van de nieuwe invoerregeling, en waarvoor er daarom BTW verschuldigd is op het moment van de feitelijke invoer.
Geef een reactie