De zorg zet al weken alle zeilen bij om de coronacrisis het hoofd te bieden. Maar ook voor zorgaccountants zijn het bijzondere tijden. Want hoe je een ‘luisterend oor’ moet zijn, leer je niet in je studie.
Zorgverleners hebben eigen noodsteun
Zorgverleners werken al weken op vol vermogen, maar ook accountants die gespecialiseerd zijn in deze sector hebben het druk. Dat komt enerzijds omdat het lang geduurd heeft voordat de overheid en zorgverzekeraars duidelijkheid konden geven over de financiële ondersteuning van zorgverleners. Zij vallen niet onder de NOW- en TOGS-regeling maar hebben wel compensatie nodig voor de inkomsten die zij sinds de lock down hebben gederfd. Die regelingen zijn sinds begin mei definitief goedgekeurd. Onder meer tandartsen en fysiotherapeuten krijgen 81 procent respectievelijk 86 procent van hun omzet (op basis van 2019) vergoed voor de periode dat contactzorg verboden is. Dat is dus gunstiger dan de NOW-regeling, die alleen 90 procent van de loonkosten dekt. Ziekenhuizen hebben voorschotten gekregen van zorgverzekeraars, huisartsen krijgen sinds het begin van de crisis opslag op tal van tarieven en verlenen inmiddels een tweetal weken zorg aan reguliere patiënten – wel op veel beperktere schaal als daarvoor. ‘Maar vooralsnog hoor ik huisartsen weinig klagen’, zegt Rieks ten Thij, adviseur eerstelijns zorg bij BDO Accountants en Adviseurs.
Luisterend oor
Nieuw voor zorgaccountants is dat zij sinds de coronacrisis niet alleen hun financiële kennis moeten inzetten, maar ook hun sociale vaardigheden nodig hebben. ‘Ik voel me soms een beetje een psycholoog’, bekent Marc Vergoossen van SpotOnMedics, een bedrijf dat fysiotherapeuten ondersteunt met een all-in-one fysio platform, het Elektronisch Patiënten Dossier, accountancydiensten en advies. ‘Zeker in het begin, toen fysiotherapeuten nog in grote onzekerheden verkeerden, merkte ik dat ze tegen iemand aan wilden praten. Een luisterend oor zijn. Besef dat dit de eerste crisis is die fysiotherapeuten direct raakt. De bankencrisis is toch grotendeels aan deze groep voorbijgegaan. Ik constateer dat deze coronacrisis vooral zwaar is voor praktijken die het toch al lastig hadden. Bijvoorbeeld omdat ze net grote investeringen hadden gedaan of te maken hadden met veel concurrentie.’
Innovatie zet door bij fysiotherapeuten
Inmiddels merkt Vergoossen dat fysiotherapeuten weer met meer vertrouwen naar de toekomst kijken. De afgelopen weken hebben ze gebruikt om hun praktijken op te knappen – af te meten aan de hoeveelheid ingediende bouwmarktbonnen – en nu ze langzamerhand weer mogen opstarten (met tal van restricties en veiligheidsmaatregelen) zijn ze niet meer de fysiotherapeuten die ze voor de crisis waren. ‘Ik merk dat ze veel meer geïnteresseerd zijn in cijfers en rapportages. Enerzijds omdat ze die nodig hebben om steun aan te vragen of voor gesprekken met financiers. Maar door de crisis is ook het ondernemerschap onder fysiotherapeuten aangewakkerd, heb ik het idee.’ Zijn collega Niels Rientjes vult aan: ‘De crisis wakkert ook innovatie aan bij fysiotherapeuten. De mogelijkheden van videoconsults en apps om fysiotherapeutische oefeningen thuis te kunnen doen, bestonden al langer. Maar ze werden in de regel nog relatief weinig gebruikt. Nu het niet anders kon, zien therapeuten – maar ook cliënten – dat een persoonlijk consult niet altijd nodig is. Ik verwacht dat dit een blijvend effect zal hebben.’
Ziekenhuizen in problemen
Hoewel de financiële regelingen voor de zorg royaler zijn dan die voor reguliere bedrijven, moeten we toch niet vreemd opkijken als er toch zorgverleners omvallen door de coronacrisis. Dat heeft diverse oorzaken. In de eerste plaats wordt alleen gecontracteerde zorg vergoed; dat is zorg waarover zorgverleners op voorhand afspraken hebben gemaakt met verzekeraars. Omdat bij veel verzekeringen het aantal fysiotherapeutische behandelingen is gelimiteerd, wordt een deel van die zorg door mensen zelf betaald. Ziekenhuizen hebben naast inkomsten uit gecontracteerde zorg ook inkomsten uit andere bronnen, zoals het restaurant en betaald parkeren. ‘Het is nog onduidelijk of en hoe verlies van deze inkomsten wordt gecompenseerd,’ zegt Chris van den Haak, voorzitter branchegroep Zorg van BDO. ‘Voor ziekenhuizen die er financieel toch al slecht voorstonden, zou dit de nekslag kunnen betekenen.’
Komen klanten wel terug?
Voor fysiotherapeuten en tandartsen geldt nog iets anders: zullen klanten na de crisis terugkeren of blijft de angst voor besmetting nog lang doorwerken. Rieks ten Thij: ‘Ik maak me daarbij het meeste zorgen om jonge tandartsen en fysiotherapeuten die net een praktijk hebben overgenomen en hoge financieringslasten hebben. Banken zijn coulant, zo weet ik, maar uiteindelijk moeten leningen wel afgelost worden.’ En daarbij kunnen er liquiditeitsproblemen optreden. Met name bij fysiotherapeuten en tandartsen, die al tijden zonder inkomsten zitten maar wel hun vaste lasten moeten doorbetalen. Het ziet er naar uit dat het bij deze groep het langst zal duren voordat ze weer op het oude aantal patiënten zitten. ‘Veel mensen stellen bijvoorbeeld de tandartscontrole liever uit. En met alle veiligheidsvoorschriften kunnen tandartsen ook veel minder mensen per uur behandelen. Maar op dat uurgemiddelde zijn wel de tarieven gebaseerd.’
Inhaalzorg minder vergoed
Chris van den Haak (BDO) ziet nog een ander addertje onder het gras. ‘Er zal de komende maanden veel inhaalzorg gaan plaatsvinden: niet-acute behandelingen die zijn uitgesteld. De zorgverzekeraars hebben al aangekondigd dat de tarieven voor inhaalzorg aanzienlijk lager zullen zijn dan voor reguliere zorg. Dat is omdat zorgverzekeraars naar eigen zeggen niet dubbel willen betalen voor zorg. Maar bijvoorbeeld tandartsen hebben grote vaste kosten en als ze inhaalbehandelingen moeten verlenen moeten ze extra kosten maken, bijvoorbeeld door tijdelijk extra personeel in te huren. Als de tarieven te laag zijn, kunnen ze in problemen komen.’
Discussie over maatschappen
In ziekenhuizen is een deel van de specialisten in loondienst, een ander deel is vrijgevestigd in een maatschap. Voor de wet zijn zij ondernemers. Maar betekent dit ook dat een deel van hun financiële schade als ondernemersrisico zal worden aangemerkt? Of moeten ook zij worden gecompenseerd? Van den Haak verwacht dat hierover nog discussie zal ontstaan en dat deze discussie ertoe zal leiden dat de samenwerking tussen ziekenhuizen en medisch specialistische bedrijven (msb’s) zal gaan veranderen. Het ligt voor de hand dat dit beweegt naar een integratie van ziekenhuizen met msb’s . Iets wat hij overigens zou toejuichen.
Complexe regels
Tot slot constateert Van den Haak nog iets anders: ‘De zorgsector hecht terecht veel waarde aan compliance, ook omdat er veel belastinggeld bij komt kijken. De keerzijde is dat de verantwoording daarom soms erg ingewikkeld wordt gemaakt. Dit brengt allerlei nadelige effecten voor zorgverleners met zich mee. Zorgverzekeraars willen het effect van de coronacrisis neutraliseren. Maar waarom niet gewoon de resultaten van ziekenhuizen over 2020 neutraliseren? Als iedereen een nulresultaat heeft is dat aanzienlijk minder complex dan de mogelijke complexe regelingen en bijbehorende verantwoordings- en controle-eisen waarover momenteel wordt nagedacht. Samen met de NBA proberen we deze boodschap bij verzekeraars en de overheid te laten landen.’
Lees ook over andere niches:
Kappers en hun accountants in crisistijd: ‘Dit is een wake up call voor kappers’
Horeca-accountant in crisistijd: ‘De meeste klanten gaan dit overleven’
Taxi-boekhouder in crisistijd: ‘Ik denk nu niet meteen aan factuurtjes sturen’
Geef een reactie