De Accountantskamer verwacht in 2021 een golf van tuchtzaken. Dat zegt voorzitter Sandra Schreuder in een interview met Accountancy Vanmorgen. Ze verwacht veel tuchtzaken als gevolg van de verantwoording van Covid-steunregelingen. ‘We zetten ons schrap.’ Een nieuwjaarsinterview met Sandra Schreuder, die precies een jaar geleden aantrad als voorzitter van de Accountantskamer.
Het aantal faillissementen was in 2020 op recordlaagte, maar zal in 2021 toenemen. Verwacht u een nieuwe golf van tuchtzaken?
‘Ja, we houden er rekening mee. We zijn overigens niet bang dat dat onze werklast zal verzwaren in 2021. Pas in 2022 verwachten we een toename van dergelijke zaken. Voor komend jaar rekenen we eerder op tuchtzaken als gevolg van de verantwoording van Covid-steunregelingen. Denk aan de situatie waarbij een accountant niet achter een NOW-uitkering kan staan, wat tot gevolg heeft dat de reeds uitgekeerde vergoeding moet worden terugbetaald. Daartegen zullen veel bedrijven in het geweer gaan. En een klacht indienen. We houden rekening met een golf van dergelijke tuchtzaken.’
Hoe kan de Accountantskamer zich hierop voorbereiden?
‘De Accountantskamer telt tien leden en twintig plaatsvervangende leden. Dat is wettelijk vastgelegd. Ik heb daarom een verzoek liggen bij Ministerie van Financiën om ons ledental wettelijk uit te breiden, en zo de nodige flexibiliteit te kweken. Daar is een wetswijziging voor nodig. Ik hoop dat dat volgend jaar geregeld is.’
In uw eerste jaarverslag pleitte de Accountantskamer voor verkorting van de doorlooptijd van tuchtzaken en meer begrijpelijke taal. Bent u tevreden over de vorderingen?
‘Ondanks de coronaquarantaine is de doorlooptijd van zaken fors verlaagd: we zijn van een jaar naar gemiddeld 7 maanden teruggegaan. Ik ben dus toch tevreden. Tegelijk zijn we met onze wens tot klare taal aan de slag gegaan: uitspraken zijn duidelijker, begrijpelijker en korter ook. Ook onze vormgeving en uitstraling hebben we een opfrisbeurt gegeven.’
Hoe heeft u die vijf maanden tijdswinst kunnen realiseren?
‘Door ons werk beter voor te bereiden. En door de gewoonte om de uitspraak direct na afloop van de zitting te schrijven, zodat een eerste concept direct in roulatie kan, voor controle. Dat proces kan sneller zonder dat het aan de kwaliteit afdoet. Ik zou het fijn vinden als het in een halfjaar kan, maar we hebben bij het plannen van zittingen met de verhinderdata van de advocatuur te maken. Daardoor kan de termijn soms fors oplopen.’
U was eerder voorzitter van het medisch tuchtcollege. Wat valt u op aan de beroepsgroep van accountants?
‘Ik zie veel enthousiasme bij jonge professionals. Accountancy is een mooi, verantwoordelijk, en belangrijk vak. Accountants hebben te maken met grote uitdagingen, zoals de verantwoording van de NOW-uitkeringen. De waarde die accountants toevoegen aan financiële rapportage is groot. En toch zijn er, zoals in iedere beroepsgroep, mensen die onvoldoende op de hoogte zijn van de regelgeving of die de randjes opzoeken. Maar ik denk dat de spiegel die hen door de Accountantskamer wordt voorgehouden wel tot een verbetering leidt.’
Hoe kan de Accountantskamer verbetering van de accountantspraktijk stimuleren?
‘We behandelen zo’n 160 klachten per jaar. Soms merken we bij zaken dat er sprake is van systeemfouten in de accountantspraktijk. Neem hoe het controledossier wordt ingericht, en hoe verslag wordt gedaan van bevindingen en evaluaties. Het is tegenwoordig belangrijk te documenteren hoe je iets hebt vastgesteld en een decennium geleden gebeurde dat nauwelijks. Eenzelfde ontwikkeling is overigens zichtbaar in de medische wereld – medische dossiers van tien jaar terug kenmerken zich ook door bijna onleesbare teksten in doktershandschrift over het gekozen behandelbeleid. Goede dossiervoering helpt ook als je voor de tuchtrechter komt, dat je aan de hand van het dossier verantwoording kunt afleggen. Ik hoop dat die verantwoording ook steeds beter wordt.’
De complexiteit van rechtszaken neemt toe. Wat merkt u daarvan?
‘Ik merk dat veel tuchtzaken gaan over uitgebreide controles van grote concerns met een moeder- en meerdere dochtermaatschappijen. Die zaken lopen over van de financiële informatie. Aan ons wordt dan vaak gevraagd of die controle goed is gegaan. Wij krijgen een klacht binnen, met daarbij heel veel stukken. Op die stukken komt vervolgens een uitgebreid verweer. Men is vaak bang als er punten in de zaak onbesproken blijven. Zeker in zaken waarbij wij het handelen van de accountant moeten bespreken, duren de zittingen lang. Tegelijk kunnen wij niet de gehele controle overdoen. Dat is niet de bedoeling van ons werk. Partijen leggen om hun gelijk te halen ook heel veel punten aan je voor. Dat gaat mij soms te ver.’
In welke gevallen gaat een tuchtzaak te ver?
‘Neem de vraag of op de balans de goodwill juist is vermeld. Niet alleen is het voor ons lastig te beoordelen of het bestuur een juiste keuze heeft gemaakt maar het gaat het ons om de vraag of de accountant die post voldoende gecheckt heeft en of er voldoende controle-informatie is verzameld. Niet iedereen die een tuchtzaak aanspant, begrijpt dat. Het scheelt dat we inmiddels een accountantslid in ons team hebben, dat bij de voorbereiding financieel ingewikkelde zaken kan doorgronden. De grotere controlezaken zijn bewerkelijk. Nog een trend: curatoren weten ons beter te vinden. Het aantal tuchtklachten dat we van curatoren krijgen, neemt toe. Veel curatoren denken met een gegronde klacht de aansprakelijkheid van de accountant te kunnen laten vaststellen. Ik sprak advocaten die een tuchtklacht overwegen om maar geld in de boedel te krijgen. En omdat ook faillissementszaken met grote dossiers gepaard gaan, wordt veel van die informatie bij de tuchtklacht ingediend, die eigenlijk niet relevant is voor ons oordeel.’
Wat zegt u tegen een curator, die zijn boedel wil spekken met een tuchtzaak?
‘Nou, ik vind dat als je een terecht klacht hebt, dat die moet worden behandeld. Immers, werknemers, aandeelhouders, klanten, crediteuren zijn de dupe van een falende accountant. Maar als een curator met een schot hagel schiet, vind ik dat ingewikkelder. Want in elke controlezaak is wel iets wat beter had gekund. Tegelijk vraagt het veel tijd en geld van accountants die terechtstaan, om zich te verweren. Ik weet niet hoe ik dit zou moeten ontmoedigen. De enige oplossing is dat we ons bij de beoordeling meer beperken tot de vraag in hoeverre een klacht tuchtrechtelijk relevant is. Kortom, we zetten ons schrap voor een druk jaar.’
Wat is uw focus voor 2021?
‘Verdere digitalisering. We werken nu veel thuis, met hopelijk in 2021 een digitaal platform voor onze dossiers. Aan het werken vanuit papieren dossiers zijn risico’s verbonden. Ook onze grote zittingen, met drie rechterlijke leden, twee accountants en een voorzitter, hopen we in de toekomst vaker gedigitaliseerd te kunnen houden. Nu houden we onze zittingen vanwege het coronavirus tussen plastic schotten. Maar in de toekomst kunnen we wellicht ook meer zittingen gaan digitaliseren.’
Geef een reactie