Vorig jaar hebben minder accountantskantoren bij de Financial Intelligence Unit (FIU) een melding gedaan van een ongebruikelijke transactie, concludeert het Bureau Financieel Toezicht (BFT) in het jaarverslag. Het totaal aantal Wwft-meldingen door accountants is wel toegenomen.
In 2021 hebben de instellingen die onder toezicht van het BFT staan in totaal 4.166 meldingen van ongebruikelijke transacties gedaan bij de FIU, 6,5 procent meer dan de 3.911 keer van het jaar ervoor. De meldingen waren afkomstig van 740 instellingen die onder BFT-toezicht vallen, iets minder dan in 2020 (752). ‘Bij de accountants(kantoren) is – in absolute aantallen – een daling van het aantal meldende instellingen zichtbaar, bij de belastingadvieskantoren en administratiekantoren is het aantal meldende instellingen nagenoeg gelijk gebleven en voor notaris(kantoren) geldt dat het aantal meldende instellingen is gestegen.’
Twee op drie meldingen komen van accountant
Accountants waren wel goed voor een groter aandeel in het totaal aantal meldingen: 66 procent, tegen 63 procent in 2020. Het aandeel van belastingadviseurs en administratiekantoren nam af tot 8 procent (was 10 procent). In absolute aantallen zorgden accountants voor 2.750 meldingen, tegen 2.464 in 2020. Daarvoor waren 348 accountants(kantoren) verantwoordelijk: 47 procent van alle meldende instellingen is accountant. In 2020 deden nog 376 accountants melding van een ongebruikelijke transactie: zij waren toen goed voor de helft van alle meldende instellingen. Belastingadviseurs en administratiekantoren zagen hun belang in het totaal aantal meldende instellingen juist groeien, van 39 procent naar 43 procent.
Extra meldingen
Het BFT zelf deed vorig jaar nog 23 extra Wwft-meldingen bij de FIU, na 43 bijzondere onderzoeken. ‘Dit aantal is lager dan in voorgaande jaren. De daling kan onder meer worden verklaard doordat het BFT bij zijn onderzoeken in 2021 minder niet-gemelde ongebruikelijke transacties heeft vastgesteld. De in 2021 vastgestelde overtredingen zien meer op het niet (met voldoende diepgang) uitvoeren van het (verscherpt) cliëntenonderzoek en het niet (met voldoende diepgang) voldoen aan de monitoringsverplichting.’
De toezichthouder trad vorig jaar bij accountants, belastingadviseurs en administratiekantoren in totaal 52 keer handhavend op. In de meeste gevallen ging het om een aanwijzing (19 keer) of een boete (19 keer). Notarissen kregen 65 keer een handhavingsmaatregel opgelegd, gerechtsdeurwaarders 51 keer.
Lees hier alles over de zaak-Pels Rijcken
Pels Rijcken: ’te veel vertrouwd op kwaliteit bij grotere kantoren’
Het BFT besteedt in het jaarverslag ook aandacht aan de fraudezaak bij Pels Rijcken en steekt de hand in eigen boezem: ‘Een van de lessen is dat het BFT kennelijk te veel heeft vertrouwd op een goede kwaliteit van de administratieve organisatie en interne beheersing van met name de grotere kantoren, ook omdat er geen signalen binnenkwamen over deze kantoren. Inmiddels zijn we bezig ons risicogericht toezicht te herzien. Het BFT is in overleg getreden met verschillende beroepsorganisaties, zoals de KNB, de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), de Dekens (die toezicht houden op de advocatuur) en de Nederlandsche Vereniging van Banken (NVB) om nadere afspraken te maken. Doel is om gezamenlijk het maatschappelijk vertrouwen in het notariaat te behouden en de kansen op een dergelijke fraude te verkleinen.’
Geef een reactie