
De overheid kan een veel lager bedrag aan extra belastinginkomsten tegemoet zien uit de extra heffing voor stroomleveranciers dan eerder begroot. In plaats van 1,8 miljard euro denkt klimaatminister Jetten dat het nu nog op krap 200 miljoen euro zal uitkomen, zo laat hij de Tweede Kamer maandag weten.
Vanwege de sterk gestegen energieprijzen is in Europees verband een tijdelijk verplicht plafond op marktinkomsten van elektriciteitsproducenten ingesteld. Daarmee moet worden voorkomen dat stroomleveranciers buitensporig profiteren van de prijsstijgingen. Deze inframarginale elektriciteitsheffing voor de producenten zou de schatkist volgens het kabinet tegen de 2 miljard euro opleveren, maar het Centraal Planbureau zal in het Centraal Economisch Plan 2023, dat in maart verschijnt, een heel ander bedrag opnemen. ‘Deze raming is nog onderhanden, maar zal uitkomen op 0,1 tot 0,2 miljard euro’, zo schrijft Jetten.
Minder omzet boven plafond
De belangrijkste oorzaak van de daling is dat de elektriciteitsprijzen zijn gedaald, waardoor er veel minder sprake is van omzet die boven het vrijgestelde plafond van de heffing ligt. ‘Er wordt door de lagere prijzen dus minder omzet afgeroomd. Deze veel lagere prijzen zijn goed nieuws voor de burgers en bedrijven, die de kosten voor elektriciteit zullen zien dalen.’
Eind november, toen de eerste inschatting werd gemaakt, lagen de elektriciteitsprijzen voor levering in de maanden december 2022 tot en met juni 2023 gemiddeld nog rond de 330 euro per megawattuur (MWh). ‘In de maand december 2022 was de gemiddelde elektriciteitsprijs op de dagvooruitmarkt 259 euro per MWh en in januari 2023 126 euro per MWh. Voor de komende maanden februari tot en met juni 2023 zijn de prijzen op dit moment vergelijkbaar met die van januari 2023.’ De inframarginale elektriciteitsheffing vindt pas plaats boven het vrijgesteld bedrag van minimaal 130 euro per MWh. ‘Aangezien de raming heel gevoelig is voor de elektriciteitsprijs en het verleden heeft laten zien dat deze binnen korte tijd sterk kan fluctueren, blijft de geschatte opbrengst van de raming zeer onzeker’, voegt Jetten daaraan toe.
Geef een reactie