
Op de website Accountant.nl blikt forensisch accountant Peter Schimmel terug op de tuchtzaak tegen hem. Onlangs stelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat hij onvoldoende kritisch was geweest in een kwestie die speelde rondom energiebedrijf Vattenfall.
Op 3 april heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zich in hoger beroep uitgesproken over de rol van Schimmel bij een onderzoek naar de interne klachtenafhandeling van klokkenluidersmeldingen bij energiereus Vattenfall. Schimmel kreeg in 2017 van het management van Vattenfall opdracht onderzoek te doen naar de wijze waarop de klachten van twee klokkenluiders in een intern onderzoek waren behandeld en afgedaan. In zijn rapport concludeerde de RA dat de klachten naar behoren waren afgehandeld. Ook ging hij akkoord met een persbericht van het bedrijf waarin werd vermeld dat hij de uitkomst van het interne onderzoek onderschreef.
Accountantskamer
De klokkenluiders dienden klachten tegen hem in bij de Accountantskamer. Die verklaarde zes van de tien klachtonderdelen begin 2021 gegrond. De Accountantskamer verweet de accountant onder meer dat hij niet integer had gehandeld en legde een doorhaling van drie maanden op. Dit laatste verwijt hield in hoger beroep geen stand. Het CBb oordeelde onlangs dat twee klachtonderdelen weliswaar terecht gegrond zijn verklaard, maar dat Schimmel daarbij niet in strijd met het beginsel van integriteit heeft gehandeld. Wel heeft de accountant het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. Het CBb is het met de klagers en de Accountantskamer eens dat de accountant zich veel kritischer had moeten opstellen. Het CBb legt Schimmel wel een lichtere maatregel op, de maatregel van berisping, ook omdat enkele klachtonderdelen alsnog ongegrond worden verklaard.
Draai om oren
‘Ik heb recent een draai om mijn oren gekregen in het tuchtrecht voor de accountant’, begint de forensisch accountant zijn stuk op Accountant.nl. De website vermeldt dat Schimmel op eigen initiatief zijn artikel heeft geschreven. Hij gaat alleen in op het derde onderdeel van de uitspraak, namelijk zijn onderzoek naar het werk van een andere deskundige. Dit was geen second opinion-onderzoek. ‘Mijn opdrachtgever wilde zekerheid over de juistheid van de aan hem gerapporteerde bevindingen,’ licht Schimmel toe. Direct na de uitspraak had hij al laten weten ‘goed te kunnen leven met de reprimande’ van het CBb.
Aanbesteding
Daarna gaat Schimmel in op de kwestie. Hij werd in 2017 gevraagd een onderzoek te doen naar een aantal gebeurtenissen die zich in 2013 en 2014 voordeden rond een aanbesteding, bij wijze van second opinion-onderzoek. Daarbij werd gekozen om een procesreview op het eerder verricht onderzoekswerk te doen, in feite een onderzoek naar de kwaliteit van de werkzaamheden van een andere deskundige, aldus Schimmel. Mocht daar uitkomen dat de verrichte werkzaamheden niet toereikend waren geweest, dan kon alsnog een verdergaand onderzoek plaatsvinden, voor zover mogelijk.
Verwachtingen
Waar ging het mis en wat leerde Schimmel hiervan? ‘Het punt is dat er een verwachting was dat mijn werk niet geheel bij een procesreview zou blijven’, schrijft Schimmel. ‘Wellicht kwam dat door het mogelijk voorziene vervolgonderzoek. Zo’n vervolg kan je daarom maar beter niet voorzien. Ik meen dat een dergelijke verwachting niet valt te rechtvaardigen, omdat mijn opdrachtgever die verwachting niet had. Maar de tuchtinstanties zien dat anders. In een situatie waarin evident is overwogen om wellicht later toch een second opinion-onderzoek te doen, beïnvloedt dat kennelijk de verwachting. Had ik daarmee rekening moeten houden? Gezien de beperkte verspreidingskring meende ik van niet. Anderzijds was er een klager/klokkenluider die wist van het onderzoek en op wiens bij mij bekende verwachting ik wellicht had moeten anticiperen.’
Geen procesreviews meer
Schimmel stelt niet snel meer procesreviews te zullen doen in hoogst litigieuze omgevingen. ‘Als ik dat toch doe en ik weet van alternatieve verwachtingen, ook buiten de verwachtingen van mijn opdrachtgever, dan zal ik bij mijn opdrachtaanvaarding expliciet die verwachtingen beschrijven en motiveren waarom ik wel of niet aan die verwachtingen zal trachten te voldoen.’
Gezien de genoemde vertrouwelijkheid wil Schimmel geen inhoudelijke vragen beantwoorden over het artikel en er geen discussie over aangaan.
Geef een reactie