Het suikervrije frisdrankmerk Veri Soda ging in 2017 op de fles nadat mogelijk verkeerde informatie in de jaarrekening aandeelhouders op de vlucht had doen slaan. Een van de oprichters van Veri Soda houdt een accountant in business sindsdien verantwoordelijk voor het debacle dat een schuldenlast van 22 miljoen dollar achterliet. Onlangs moest ze voor de derde keer bij de Accountantskamer verschijnen.
Veri Soda werd in 2012 opgericht. Het merk richtte zich op de Amerikaanse markt, de Nederlandse holding had een meerderheidsbelang in de Amerikaanse Veri Soda Group. Het ging mis toen het jaarverslag 2016 werd gepubliceerd. Daarin zou hebben gestaan dat de Nederlandse holding met de Amerikanen in een juridische strijd waren verwikkeld. Hierop trokken de belangrijkste aandeelhouders zich terug uit de onderneming. (Zie hier een reconstructie van Quote). De accountant, werkzaam bij een trustkantoor dat financiële en andere diensten verleende aan Veri Soda, zou daar niets tegen gedaan hebben, met als gevolg dat de investeerders voor 22 miljoen dollar het schip in gingen. ‘Ze had de functie van “groepscontroller”. En dus had ze ook bemoeienis met dit dossier,’ luidde een deel van de klacht die in 2019 tegen de vrouw bij de Accountantskamer werd ingediend.
Geen bemoeienis
De accountant zelf verklaarde dat ze geen enkele bemoeienis met dit dossier had. Haar advocaat verklaarde voor de Accountantskamer dat er daarnaast geen causaal verband was tussen de jaarrekening en het besluit van de aandeelhouders om niet langer geld beschikbaar te stellen. Dit zou blijken uit het feit dat de jaarrekening pas veel later na het besluit van die aandeelhouders was vastgesteld. De tuchtrechter ging mee in deze verdediging en verklaarde de klacht tegen de accountant volledig ongegrond. Dat ze controller was, wilde niet zeggen dat ze verantwoordelijk was geweest voor samenstellingswerkzaamheden. Zij kon niet verantwoordelijk gehouden worden voor tekortkomingen in dossiers op opdrachtniveau. Van enig verwijtbaar handelen was dus geen sprake, concludeert de Accountantskamer.
De klager noemde de uitspraak onbegrijpelijk en diende in juli 2020 een tweede klacht in. Ook deze werd op alle ongegrond verklaard. Ook bij het hoger beroep voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven kreeg de klager in juli 2022 nul op rekest. Maar nog steeds overtuigd van de kwalijke rol van de accountant diende de klager een derde klacht in bij de Accountantskamer. Die werd afgelopen januari behandeld en onlangs gepubliceerd.\
Zorgplicht
De klager verwijt de accountant ditmaal dat ze haar zorgplicht heeft verzaakt door als dagelijks beleidsbepaler en kwaliteitsbepaler niet te zien dat er valse jaarrekeningen werden samengesteld. (klachtonderdeel a). Daarnaast zou ze in strijd hebben gehandeld met de fundamentele beginselen door geen maatregelen te treffen bij het niet-integer handelen van anderen, dan wel door zich hiervan niet te distantiëren en door de Accountantskamer onjuist in te lichten (klachtonderdeel b). Tot slot had de accountant nagelaten de NV NOCLAR (Non Compliance with Law and Regulations) toe te passen, op maatregelen aan te dringen binnen en/of buiten haar organisatie, te voorzien in een melding, zelf maatregelen te nemen, dan wel andere accountants in te lichten, nadat zij bekend was geraakt met de directiefraude en de valse jaarrekeningen van Veri Soda. (klachtonderdeel c).
Ne bis in idem?
De accountant bepleitte voor de tuchtrechter dat het nou eens afgelopen moest zijn met de klachten tegen haar. Ze was nu voor de derde keer naar Zwolle gereisd. Hoe zat het met het ne bis in idem-principe, waarbij je niet twee keer voor hetzelfde ter verantwoording kan worden geroepen? Klachtonderdeel a was volgens haar in de eerste procedure door klager aan de orde gesteld en de klachtonderdelen b en c in de tweede procedure.
Kwaliteitsbepaler
De Accountantskamer ging daar gedeeltelijk in mee. Klachtonderdeel b en c waren inderdaad al in de eerdere klachten aan de orde geweest. Maar klachtonderdeel a ging naar het oordeel van de tuchtrechter over een andere gedraging van de accountant dan in de eerste klacht. Toen ging het vooral om de vraag of de accountant rechtstreeks bemoeienis had gehad met het opstellen van de jaarrekening 2016 van Veri Soda en of de vermeende fouten daarin aan haar waren te verwijten. Het nieuwe klachtonderdeel berustte daarentegen op de stelling dat de accountant is aan te merken als beleids- en kwaliteitsbepaler in de zin van de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van aan assurance verwante opdrachten (RA) en dat zij daarom verantwoordelijk kon worden gehouden voor het gestelde ondeugdelijke kwaliteitssysteem binnen het trustkantoor waar zij werkzaam was.
Definitie
Maar dat was dan ook het enige waarin de klager gelijk kreeg bij de Accountantskamer. Zijn stelling dat het trustkantoor van de accountant moest worden aangemerkt als een acccountantskantoor werd door de tuchtrechter met een verwijzing naar de definitie van accountantskantoor van tafel geveegd. In artikel 1 van de (destijds geldende) NVAK-aav staat dat een accountantskantoor:
- de organisatorische eenheid [is] waarbij een registeraccountant werkzaam is of waaraan een registeraccountant verbonden is en waarbinnen één of meer registeraccountants of Accountants-Administratieconsulenten voor een cliënt bedrijfsmatig professionele diensten verrichten, bestaande uit assurance-opdrachten of aan assurance verwante opdrachten en eventueel overige opdrachten, die niet beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet toezicht accountantsorganisaties; of
- de accountantsorganisatie [is] ter zake van uitgevoerde professionele diensten bestaande uit assurance-opdrachten of aan assurance verwante opdrachten en eventueel overige opdrachten, die niet onder de werkingssfeer van de Wet toezicht accountantsorganisaties vallen;”
Uit deze definitie volgt dat pas van een accountantskantoor sprake is wanneer er binnen de organisatie assurance-opdrachten of aan assurance verwante opdrachten worden uitgevoerd. Volgens de Accountantkamer was vast komen te staan dat accountant geen betrokkenheid had gehad bij het opmaken van de jaarrekeningen. Er was geen sprake van een samenstellingsopdracht als bedoeld in NV COS 4410. Daaruit volgde dat het trustkantoor waar zij werkte op grond van de uitgevoerde werkzaamheden voor het opmaken van de jaarrekeningen van Veri Soda niet gekwalificeerd kon worden als een accountantskantoor. Evenmin was gebleken dat onder verantwoordelijkheid van de accountant samenstellingsopdrachten binnen het trustkantoor waren uitgevoerd. Daarmee waren door de accountant geen diensten uitgevoerd zoals genoemd in de definitie van accountantskantoor van artikel 1 NVAK-aav. Klachtonderdeel a werd ongegrond verklaard, klachtonderdelen b en c niet-ontvankelijk.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie