De zaak draait om kasteel Oud Wassenaar en sleept zich al voort sinds 2019. Dat jaar ontving de stichting die het kasteel exploiteerde van de provincie € 62.491 subsidie voor een restauratie. Later stelde gedeputeerde staten een onderzoek in op grond van de witwaswet Bibob; daarvoor werd onder anderen een RA ingeschakeld. In zijn rapport concludeerde de accountant dat de eigenaar/voorzitter onrechtmatige voordelen had genoten. De man werd in mei 2020 gehoord in het bijzijn van de RA. Twee maanden later vorderde de provincie alle subsidie terug op basis van een vermoeden van belastingfraude. De stichting maakte bezwaar, wat leidt tot een aanpassing van het rapport.
Eerste tuchtzaak en hoger beroep
De stichting en BV dienden een tuchtklacht in tegen de RA die door de Accountantskamer in de zomer van 2021 gegrond werd geacht: de accountant had fouten gemaakt, zoals het niet horen van betrokkenen en onjuistheden in zijn rapport opgeschreven. De RA kreeg een berisping. Hij ging in beroep tegen deze uitspraak bij het College van beroep voor het bedrijfsleven (Cbb) en voerde een opmerkelijk argument aan: met een beroep op de geheimhoudingsverplichting in de Wet Bibob betoogde hij dat de (eerder door hemzelf in het geding gebrachte) stukken door de Accountantskamer niet in de procedure betrokken hadden mogen worden. Het Cbb gaf de RA in december 2023 geen gelijk. Er was geen reden voor de Accountantskamer om de stukken waarop een geheimhoudingsplicht zou rusten te weigeren of niet bij de beoordeling te betrekken. Artikel 28 van de Wet Bibob biedt daarvoor geen grondslag, aldus het Cbb. Het hoger beroep van de RA was dus ongegrond, waardoor zijn berisping bleef staan.
Tweede tuchtzaak
Ondertussen had de BV een tweede tuchtklacht tegen de accountant ingediend. Deze speelde in het voorjaar van 2022. De advocaat noemde deze klacht nog ernstiger dan de eerste klacht tegen de RA. Ditmaal draaide het vooral om belangenverstrengeling. De RA was, naast dat hij een eenmanszaak had, tevens in loondienst bij de fiscus. De raadsman suggereerde bij de Accountantskamer dat de RA vertrouwelijke informatie van de Belastingdienst gebruikte bij ‘zijn privé-opdrachten’. Ook had hij zijn rol als RA gecombineerd met dat van ‘Bibob-rechercheur’ en dat kon niet volgens de klager. Een accountant moet objectief en volstrekt integer de hem voorgelegde financiële gegevens beoordelen waar de rechercheur de opdracht heeft een zaak ‘ten behoeve van een bestuursorgaan rond te maken’. De klager ziet hier belangenverstrengeling in. De accountant ontkende echter met klem dat hij gebruikmaakte van vertrouwelijke informatie uit het Bibob-onderzoek dat door zijn gemachtigde is verricht. Klagers hadden slechts ‘aannames en vermoedens naar voren gebracht’, aldus de tuchtrechter die de klacht op alle onderdelen ongegrond verklaarde.
De BV ging tegen deze uitspraak in hoger beroep. Dat diende afgelopen week. Het ging om beschuldigingen van belangenverstrengeling, schending van de geheimhoudingsplicht, intimidatie, en misleiding in officiële communicatie.
Verwijt 1
Een van de klachten was dat de RA zich schuldig zou hebben gemaakt aan ontoelaatbare belangenverstrengeling. Naast zijn functie bij de Belastingdienst zou hij via zijn eenmanszaak persoonsgerichte onderzoeken uitvoeren. Dit werd door de klagers als een integriteitskwestie gezien. Het College oordeelde echter dat het deze klacht niet inhoudelijk kon behandelen. De verwijten waren pas laat in de procedure, tijdens de zitting bij de accountantskamer, naar voren gebracht. Volgens de regels mocht deze klacht daarom niet worden meegenomen in hoger beroep.
Verwijt 2
Een ander belangrijk punt was de beschuldiging dat de RA vertrouwelijke documenten had gedeeld. Volgens de klagers zou de accountant een koopovereenkomst, met financiële details, zonder toestemming hebben verstrekt aan het college van gedeputeerde staten (gs) en het Openbaar Ministerie (OM). Het College vond echter geen bewijs voor deze beschuldiging. Het document was afkomstig van een gemachtigde van de RA en er was geen aanwijzing dat deze informatie door de accountant zelf was doorgegeven. Daarmee ontbrak een grond voor tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
Verwijt 3
Een brief van de gemachtigde van de RA aan een advocaat van de klagers leidde tot een derde klacht. Deze brief werd door de klagers geïnterpreteerd als intimidatie en zelfs als chantage. De gemachtigde had een van de klagers namelijk aangeboden zijn rol als advocaat neer te leggen om een officiële klacht tegen hem te voorkomen. Het College vond deze klacht ongegrond. Het stond de RA vrij om een klacht in te dienen als hij van mening was dat de klager handelde in strijd met gedragsregels voor advocaten. Het aanbieden van een alternatieve oplossing – het neerleggen van zijn rol als advocaat – was volgens het College niet onrechtmatig en zeker niet intimiderend.
Verwijt 4
De laatste klacht betrof een brief van de RA aan het College van Procureurs-Generaal. De klagers beschuldigden de accountant ervan de brief te hebben gebruikt als een verkapte aangifte en daarin bewust onvolledige en misleidende informatie te hebben opgenomen. Ook zou de RA ten onrechte hebben beweerd dat geheimhoudingsverplichtingen zijn verdediging hadden belemmerd. Het College oordeelde echter anders. De brief werd niet gezien als een aangifte, maar als een verzoek om informatie over het gebruik van gegevens uit een Bibob-onderzoek. Het niet vermelden van een positief advies van het Landelijk Bureau Bibob over de klagers werd eveneens niet als verwijtbaar beschouwd. Dit advies was immers juridisch niet bindend. Ten slotte vond het College dat de RA gerechtigd was om te stellen dat hij zich beperkt voelde door geheimhoudingsregels.
Alle klachten ongegrond
Het College van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de accountantskamer uit 2022 en verklaarde alle klachten ongegrond. Het voormalige kasteel Oud-Wassenaar was overigens het zomerverblijf van Betsy van der Hoop en haar echtgenoot, de bekende christelijke politicus Groen van Prinsterer.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie