
ACM treedt niet op
De vragen volgden op een klacht van de Orde van Register Adviseurs Nederland (OvRAN) bij de Europese Commissie over de marktdominantie van de Big Four. De Europese Commissie verwees de kwestie naar Nederland.
De betrokken Nederlandse bestuurlijke en rechterlijke instanties hebben zich recent uitgesproken over de vraag of er voldoende aanknopingspunten zijn om een onderzoek naar een inbreuk op de artikelen 101 en 102 van het EU-Werkingsverdrag te starten. De OvRAN had bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een handhavingsverzoek ingediend tegen de NBA en de Big Four wegens overtreding van de Mededingingswet. De ACM heeft het verzoek afgewezen, omdat uit eigen onderzoek geen aanwijzingen naar voren kwamen van (verboden) concurrentiebeperkende gedragingen door deze accountantsorganisaties. De rechtbank en het College van Beroep voor het bedrijfsleven hebben het (hoger) beroep van de OvRAN tegen dit besluit van de ACM ongegrond verklaard. De minister ziet daarom geen reden om verdere actie te ondernemen.
Economische machtspositie
Minister Heinen erkent dat de Big Four een aanzienlijke economische machtspositie hebben. “Overigens zie ik wel dat de vier grootste accountantsorganisaties gezamenlijk een aanzienlijk marktaandeel en
economische machtspositie hebben op de markt voor accountancy in Nederland.” Hij benadrukt echter dat dit op zichzelf niet verboden is. “Dit zou pas het geval zijn als deze ondernemingen misbruik zouden maken van die economische machtspositie. Hier zijn op dit moment geen aanwijzingen voor”, aldus de minister.
Antwoorden op Kamervragen over concurrentievervalsing van de Big Four
Geef een reactie