
Deze Risicogebaseerde Standaard, die tot stand is gekomen in overleg met De Nederlandsche Bank en verschillende ondernemersorganisaties, maakt het voor banken makkelijker om op een risicogerichte manier toezicht te houden op het gebruik van contant geld, zonder klanten onnodig lastig te vallen. Zolang klanten binnen bepaalde jaarlijkse grenzen blijven en er geen andere signalen van verhoogd risico zijn, hoeven zij in principe geen extra vragen van hun bank te verwachten.
Indicatieve bedragen
Hoewel banken zelf de exacte grenzen mogen bepalen, noemt de NVB de volgende indicatieve bedragen:
- Particulieren: tot €20.000 aan contante transacties per jaar;
- Bedrijven: tot €30.000 per jaar.
Ook opmerkelijk: het gebruik van een biljet van €200 – dat eerder vaak automatisch leidde tot extra controles – vormt op zichzelf geen reden meer voor aanvullende vragen.
Evenwicht tussen controle en klantvriendelijkheid
Contant geld speelt al jaren een rol in witwaspraktijken, doordat het moeilijk te traceren is. Tegelijkertijd geven veel klanten aan het vervelend te vinden als hun bank herhaaldelijk om uitleg vraagt over bijvoorbeeld een storting of opname.
Met de nieuwe standaard willen de banken hun rol als poortwachter van het financiële systeem zorgvuldiger en meer proportioneel invullen. Dat betekent dat alleen bij daadwerkelijk verhoogd risico aanvullende vragen worden gesteld, en niet puur op basis van het gebruik van cash.
Standaard past in bredere aanpak
Deze nieuwe richtlijn is onderdeel van een bredere reeks standaarden die de NVB de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het doel van deze standaarden is om de regels rondom witwasbestrijding transparanter en beter toepasbaar te maken, voor zowel banken als hun klanten.
Geef een reactie