Vestia en ABN AMRO hebben een definitief akkoord bereikt over de afwikkeling van alle tussen Vestia en ABN AMRO gesloten derivatentransacties. De bank betaalt de woningcoporatie een bedrag van 55 miljoen euro.
Door deze schikking komt een einde aan het geschil tussen ABN AMRO en Vestia. Vestia doet afstand van alle vorderingen in verband met deze derivatentransacties.
Vestia kwam in 2012 in de problemen, omdat zij niet meer over genoeg liquiditeiten beschikte om onderpand te storten wegens de negatieve marktwaarde van de uit de hand gelopen derivatenportefeuille. Om een faillissement van Vestia af te wenden zijn op 18 juni 2012 de derivaatcontracten met tien banken voor een bedrag van bijna 2 miljard euro afgekocht. Een deel van dit bedrag, te weten 674 miljoen euro, werd als lening ter beschikking gesteld door het voormalige Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, dat hiervoor een saneringsheffing oplegde aan de andere Nederlandse woningcorporaties. Op 18 juni 2012 hebben Vestia en ABN AMRO een overeenkomst gesloten ter beëindiging van de derivatentransacties van Vestia. Bij deze overeenkomst is door beide partijen een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het instellen van vorderingen tegen elkaar. In april 2015 heeft Vestia een kort geding tegen ABN AMRO aangespannen en stukken van ABN AMRO gevorderd. In vervolg daarop zijn besprekingen gestart met als oogmerk een schikking te bereiken. Deze schikking is nu gerealiseerd.
Het bestuur van Vestia is tevreden met het resultaat. ‘55 miljoen euro is een fors bedrag. Dit levert een mooie bijdrage aan het duurzaam financieel herstel van Vestia’, aldus de corporatie.
Geef een reactie