Het Besluit Belastbaar Feit in de overdrachtsbelasting is geactualiseerd. Het onderdeel Economische eigendom bij executoriale verkoop is geactualiseerd in verband met de aanpassing van de wetgeving over executoriale verkoop van onroerende zaken. Verder zijn voorwaarden aangevuld en verduidelijkt.
Het besluit BLKB2015-794 vervangt het besluit van 3 juni 2014, nr. BLKB2014/194M, Staatscourant 2014, nr. 15967 en bevat het beleid over het belastbaar feit in de overdrachtsbelasting. Onderdeel 4, Economische eigendom bij executoriale verkoop, is geactualiseerd in verband met de aanpassing van de wetgeving over executoriale verkoop van onroerende zaken. Verder is het onderdeel Inkoop van eigen aandelen door beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal aangevuld met een voorwaarde. Tot slot is een voorwaarde in het onderdeel Vervreemding van de onroerende zaak verduidelijkt en nader toegelicht.
Wijzigingen
De onderdelen Economische eigendom bij executoriale verkoop, Verkrijging juridische eigendom en Veilingen onder de AVVE/AVVI zijn geactualiseerd in verband met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel “Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek in verband met het transparanter en voor een breder publiek toegankelijk maken van de executoriale verkoop van onroerende zaken”. Het onderdeel Inkoop van eigen aandelen door beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal is aangevuld met de voorwaarde dat op het moment van inkoop van aandelen aan de in dit onderdeel gestelde voorwaarden moet zijn voldaan. In het onderdeel Vervreemding van de onroerende zaak is de vierde voorwaarde verduidelijkt en nader toegelicht in de derde alinea onder Toelichting.
Vermindering bedrag verschuldigde overdrachtsbelasting
Voor de in het besluit opgenomen goedkeuringen geldt dat door toepassing van artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR het bedrag aan verschuldigde overdrachtsbelasting kan worden verminderd. Deze wettelijke vermindering geldt ook als bij een voorgaande verkrijging een tegemoetkoming op grond van een goedkeuring uit dit beleidsbesluit is verleend. Het is uiteraard ongewenst dat een beroep wordt gedaan op vermindering van overdrachtsbelasting op grond van artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR als bij een voorgaande verkrijging de heffing op grond van een goedkeuring geheel of gedeeltelijk achterwege is gebleven. Daarom geldt voor elke in dit besluit opgenomen goedkeuring de voorwaarde dat deze komt te vervallen en dat de door de goedkeuring niet geheven belasting alsnog verschuldigd is, voor zover bij een toekomstige verkrijging een beroep wordt gedaan op artikel 9, vierde lid, of artikel 13 van de WBR.
Geef een reactie