De Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden (SVLO) heeft een stappenplan gemaakt om de diverse samenwerkingsvormen, die zich vanuit een bestuursrechtelijke context kunnen voordoen in het kader van de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen, civiel- en fiscaalrechtelijk te duiden.
Per 1 januari 2016 worden overheidsondernemingen belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Om te bepalen wat de gevolgen hiervan zijn voor overheden moeten zij hun eigen activiteiten inzichtelijk maken, met extra aandacht voor de activiteiten die samen met andere overheden worden uitgevoerd. ‘Vastgesteld dient namelijk te worden welke van de overheidslichamen de activiteiten meenemen in de beoordeling van de gevolgen van de nieuwe wet. Dit kan het samenwerkingsverband zelf zijn, of juist één of meerdere van de bij het samenwerkingsverband betrokken partijen,’ zo schrijft de SVLO in haar notitie “Toerekening activiteiten bij samenwerking (Vpb)” waarin het stappenplan is opgenomen.
In de notitie is een stappenplan opgenomen om tot een goede beoordeling te kunnen komen. Deze notitie heeft de status van een inlichting/algemene voorlichting, omdat er geen specifieke casuïstiek aan de orde komt. Met de notitie beoogt de SVLO de overheidslichamen te ondersteunen bij het beoordelen van hun individuele feiten en omstandigheden. Een zorgvuldige toepassing van dit product door de overheidslichamen, in overeenstemming met de achterliggende uitgangspunten, kan volgens de stichting in de praktijk een belangrijk hulpmiddel zijn bij de vele beslissingen die zij moeten nemen bij de implementatie van de wet.
Het in de notitie beschreven stappenplan heeft tot doel de diverse samenwerkingsvormen die zich vanuit een bestuursrechtelijke context kunnen voordoen civiel- & fiscaalrechtelijk te duiden. Voor de toepassing van de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen is de civiel- en fiscaalrechtelijke context bepalend.
Geef een reactie