Rijwielfabrikant Accell en controlerend accountant KPMG hebben juridisch ‘een koersgevoelig spelletje’ gespeeld door te goochelen met twee versies van de jaarrekening van 2017. Dat beweert beleggersvereniging VEB, wakker geschud na een column in het Financieele Dagblad (‘Bartjens’).
Volgens de VEB is het de vraag of de vaststelling van de laatste jaarrekening wel rechtsgeldig is en wil Accell en KPMG schriftelijk om opheldering vragen. Volgens het FD draait de zaak om de definitie van leningsvoorwaarden van Accell. In het oorspronkelijke jaarverslag en in dat van 2016 spreekt de fietsenfabrikant van een nettoschuld van €177 miljoen. Maar in de enkele weken gecorrigeerde versie gaat het opeens om bankleningen van slechts €100 miljoen. Daaraan werd geen ruchtbaarheid gegeven.
Rol accountants
‘Daardoor ontstaat een heel raar beeld van het bankconvenant’, aldus de VEB bij monde van jurist Geert Koster. Hij wil van KPMG onder meer weten hoe dit over het hoofd kon worden gezien en welke versie van het jaarverslag wettelijk gezien is afgetekend. Koster: ‘Het is onbegrijpelijk dat KPMG en Accell denken dat ze hiermee weg kunnen komen, zeker gezien de actuele discussie over de rol van accountants. Wij willen dat de markt goed wordt geïnformeerd en dat is hier niet gebeurd. De accountant heeft daar een rol in als hoeder van het maatschappelijk verkeer en niet als toedekker van fouten.’
KPMG beroept zich op zijn geheimhoudingsverplichting.
Geef een reactie