Bij een geschil over de WOZ-waarde van een woning voor de aanslag erfbelasting mag de rechtbank zelf ingewonnen informatie van Google Maps gebruiken als bewijsmateriaal. Dat heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch uitgesproken.
Uitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2020:2243
De zaak draaide om de aanslag erfbelasting voor het jaar 2010 die de Belastingdienst had opgelegd. De erfgenaam was het niet eens met de fiscus over de waardering van de erfenis. Het totale vermogen van vader en moeder was volgens hem lager geweest dan gewaardeerd werd, het geschil spitste zich daarbij toe op de WOZ-waarde van een woning.
Google Maps
De rechtbank Zeeland-West-Brabant gaf de erfgenaam geen gelijk, maar die stelde hoger beroep in. Daarbij voerde hij onder andere aan dat de rechtbank bij haar overwegingen geen acht mocht slaan op zelf ingewonnen informatie van Google Maps. Het Hof denkt daar echter anders over. ‘Anders dan belanghebbende meent, mocht de rechtbank dit doen. Tussen partijen bestaat er immers verschil van mening over de vraag of er zowel sprake is van een [adres 3] [nummer 1] als een [adres 3] [nummer 2] , mede omdat de gemeente [plaats] voor beide huisnummers WOZ-beschikkingen heeft gegeven. Belanghebbende stelt dat [adres 3] [nummer 1] niet bestaat en dat er maar één pand is, namelijk [adres 3] [nummer 2] . Het is dan mogelijk dat de rechtbank via openbare bronnen kennis neemt van de situatie ter plekke en dat kan zeer wel door raadpleging van google-maps. Over wat de rechtbank op google-maps heeft gezien, heeft de rechtbank met partijen gesproken aan de hand van de foto’s van google-maps. De rechtbank heeft daarmee in overeenstemming met artikel 8:69, lid 3, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) – waarin is opgenomen dat de rechtbank ambtshalve de feiten kan aanvullen – gehandeld.’
Beroep ongegrond
Over de waarde van de woning overweegt het Hof vervolgens dat tussen partijen vaststaat dat de onroerende zaak [adres 3] ( [nummer 1] -) [nummer 2] is aan te merken als een woning. In dat geval wordt deze in aanmerking genomen naar de vastgestelde WOZ‑waarde voor het kalenderjaar waarin de verkrijging plaatsvindt. Aangezien deze waarde in totaal is vastgesteld op € 363.000 en de erfgenaam niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze waarde nadien is aangepast naar aanleiding van een ingediend bezwaar of beroep, is de rechtbank terecht uitgegaan van deze waarde. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
_________________________________________________________________________________________________________________________
Geef een reactie