Accountancy Vanmorgen legde deze vraag voor aan 4 specialisten, BTW-specialist Marja van den Oetelaar, fiscaal generalist Heleen Elbert, Jeroen van Strien, hoofd vaktechniek PKF Wallast en Andor Valkenburg, ervaren fiscalist bij PKF Wallast. Gemeenschappelijke noemer: te veel doorschieten in detailregels, politieke verantwoordelijkheid toeslagendebacle. En misschien dat de Doenvermogenstoets een oplossing biedt. Wat zijn de echte fiscale urgenties in Nederland? Qua fiscale regels, maar ook (vooral) qua uitvoering? Wat moet er echt in het Belastingplan 2021?
Open en transparant
Marja van den OetelaarMarja van den Oetelaar is een BTW-specialist. Over de Belastingdienst is zij niet negatief. In het buitenland heeft Nederland soms de reputatie dat je hier vrij eenvoudig deals kunt afsluiten over de door – met name grote – ondernemingen te betalen belasting. ‘Dat is niet zo. De Belastingdienst maakt geen afspraken die contra legem zijn.’ Zij gelooft ook niet dat de Belastingdienst consequent van de onwil van de belastingbetaler uitgaat. In het algemeen zo stelt zij uit haar ervaring kun je met de Belastingdienst open en transparant een gesprek voeren. Waarin zij aangeven: dit kan wel of dit kan niet. ‘Ben je het daar niet mee eens dan kun je altijd nog een juridisch dispuut met de Belastingdienst aangaan. Wat daar dan weer fout kan gaan is dat rechtbanken momenteel forse wachttijden kennen. Marja wacht nu al bijna twee jaar voordat een klacht door de rechter behandeld kan worden.
Europese BTW-regels
Wat Marja ook een belangrijk punt vindt is dat met name Europese BTW-regels vaak veel administratieve rompslomp opleveren. De wijzigingen dat – bij internationale online verkopen aan particulieren – het BTW-tarief van het bestemmingsland in rekening moet worden gebracht is een goede zaak. Het is een vereenvoudiging van het oude, veel complexere systeem waar, wanneer leveranties bijvoorbeeld vanuit Nederland naar België een bepaald totaalbedrag overschreden een buitenlandse BTW-notering moest worden aangevraagd. ‘Dat is nu gelukkig van de baan.’ Toch is nog niet alles koek en ei. Zo zijn er nog steeds nodeloos complexe BTW-regels rond de internationale levering van bulkgoederen. Bovendien gaan, zo stelt zij, rechters in Europa niet altijd op een vergelijkbare redelijke manier met regels om en zijn er landen – zij noemt Polen – waar rechters onevenredig uitspreken ten gunste van sommige lokale belangen.
Toeslagendebacle
Heleen ElbertHeleen Elbert is een fiscale generalist, met een lichte voorliefde voor auto’s. Vandaar dat dit aspect ook een paar keer terugkwam in haar betoog. Mensen werken enerzijds meer thuis en gaan minder met de trein. Dit laatste leidt dan weer tot meer kilometers, wellicht ook wel door mensen die tot nu toe hun auto voor niet meer dan 500 km per jaar privé gebruiken. En bij 501 km is iemand dan de pineut. ‘Misschien is hier een flexibeler oplossing voor mogelijk?’ Heleen geeft vervolgens onmiddellijk toe dat dit een zijlijn is. Zij onderschrijft eveneens de conclusies van Marja van den Oetelaar dat het ten aanzien van de belastingmaatregelen en hoe deze georganiseerd zijn, meestal wel goed zit. De grote uitzondering is hier het toeslagendebacle. Daarvoor wijst Heleen echter niet alleen naar de Belastingdienst, maar vooral ook naar de politiek. En dat probleem speelt al meer dan 10 jaar. De politiek maakte toen de keuze voor maatwerk ten aanzien van de individuele belastingbetaler. Dat kost tijd in de uitvoering. Politieke wens: toeslagen – maakt niet uit welke – moeten sneller uitbetaald kunnen worden. Snelheid leidt echter tot meer fraude. Meer fraude leidt weer tot de politieke wens voor strenger toezicht. Dat loopt bij kinderopvangtoeslag vervolgens uit de hand. Voor een deel zit dat in de regels. ‘Kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming in de eigen bijdrage die ouders moet betalen. Het kan dan om forse bedragen gaan. Daarbij geldt de regel dat jouw eigen bijdrage hoger moet zijn dan je tegemoetkoming. Is dat niet zo dan moet het hele bedrag worden terugbetaald. En dan kan het zo zijn dat je voor meerdere kinderen een totaalbedrag van € 20.000 ontvangt, terwijl je maar € 19.995 hebt betaald. Als ouder ben je dan de klos en kun je het hele bedrag van € 20.000 terug betalen. Wat de Belastingdienst in zo’n geval deed was niet meer dan het toepassen van regels zoals die in wetgeving – dus door de Kamers – waren goedgekeurd! Gelukkig is dit via de Raad van State inmiddels teruggedraaid: terugbetalen moet nog wel, maar het is niet meer alles of niets.’
(lees verder onder deze advertentie)
Heleen Elbert en Marja van den Oetelaar spreken tijdens de AV-week van 21 – 25 september over deze onderwerpen. |
Investeer in ICT
Als – positief – zij-effect van de coronacrisis constateert Heleen ook dat de Belastingdienst nu ook toch weer een beetje makkelijker bereikbaar is. Door het thuiswerken moet er meer per e-mail en per telefoon en dat werkt wel. De uitvoering van belastingmaatregelen kan wel altijd beter. En daar ligt volgens Heleen wel de grote uitdaging voor de Belastingdienst. Nu nog een wirwar van ICT-toepassingen, sommigen nieuw, velen oud of in meer of mindere mate gedateerd. Dat leidt er ook toe dat sommige belastingmaatregelen sneller en eenvoudiger kunnen worden uitgevoerd dan andere. Zo kon de rente op de inkomstenbelasting pas later worden verminderd naar 0,01% dan de rente op de andere belastingen. Ook was het vanwege deze ICT niet mogelijk de rente terug te brengen naar 0%. Toch krijgt de Belastingdienst wel een compliment vanwege de relatieve snelheid bij het uitvoeren van de coronamaatregelen.
Ondernemersvrijstelling
Heleen zou wel graag willen kijken naar de zelfstandigenaftrek en andere ondernemersregelingen. Deze aftrek is nu gebaseerd op het urencriterium. 1225 uur werken en dan heb je er recht op als ondernemer. Ongeacht of je nu wel of niet succesvol bent. ‘Zou je deze resultaatafhankelijk kunnen maken in plaats van urenafhankelijk? Het huidige systeem leidt volgens haar tot vele discussies over het bestaansrecht van ondernemingen die niet of nauwelijks resultaat behalen. Andere ondernemers halen gigantische omzetten, maar krijgen vanwege het urengebrek geen aftrek. ‘Maak de zelfstandigenaftrek afhankelijk van het behaalde ondernemersresultaat en je bent die discussie helemaal kwijt.’
Toeslagen of belastingkorting
Hier ligt volgens Heleen wel een echt probleem, wat ook voor een groot deel oplosbaar is door toeslagen niet meer te faciliteren als uit te betalen bedragen maar als aftrekpost in de inkomsten- en loonbelasting. Het voorbeeld dat zij geeft is eenvoudig. Rentebetalingen voor je eigen woning (de aftrekpost voor de eigenwoningschuld) kunnen in aftrek worden gebracht in je IB-aangifte. Waarom zou niet zo’n zelfde systeem kunnen gelden voor de huur wanneer je een laag inkomen hebt? Je kunt het ook vooraf regelen zodat je de korting iedere maand terugziet via een voorlopige aanslag. Hetzelfde geldt voor de kinderopvangkosten, het kindgebondenbudget en de zorgkosten. Je moet er dan wel voor zorgen dat mensen zonder inkomen ook een belastingaangifte invullen, maar dat zou met de VIA (vooraf ingevulde aangifte) niet zo moeilijk moeten zijn.
BOR-regeling
Een andere wens is duidelijkheid over de BOR. Die regeling gaat veranderen. Maar wanneer? De beperking of afschaffing van de BOR hangt nu al een paar jaar boven de markt. Ondernemers kunnen daar nu niet op preluderen. De huidige vrijstelling van overdrachtsbelasting en successierechten tot iets meer dan € 1,1 miljoen bij bedrijfsoverdracht staat op de tocht. Maar hoe lang nog? Heleen vindt de regeling zoals nu redelijk. ‘Zeker bij MKB-ondernemingen is er niet altijd voldoende cash aanwezig om hoge heffingen direct te kunnen betalen. Het zet de continuïteit op de tocht.’
Principle based of rule based
Andor ValkenburgOnze laatste gesprekspartners zijn Jeroen van Strien en Andor Valkenburg, beiden verbonden aan PKF Wallast. Ook in dit gesprek komen dezelfde onderwerpen langs. En ook zij constateren dat het meestal wel goed gaat, maar niet altijd. En wanneer het ergens in 1% van de gevallen fout gaat raakt dit wel onmiddellijk heel veel mensen. Jeroen en Andor brengen ook de fouten die rond toeslagen gemaakt zijn naar voren en de enorme impact die dat heeft op mensen met lage inkomens. Andor Valkenburg hierover: ‘In het verleden was een gesprek met de Belastingdienst toch veel meer mogelijk dan nu.’ Hij constateert dat de ruimte die een belastinginspecteur heeft om wetgeving te interpreteren in de afgelopen jaren fors minder is geworden. Een inspecteur heeft nauwelijks nog ruimte om te kijken naar waar wetgeving nu eigenlijk voor bedoeld is. Het toeslagenvoorbeeld van € 5 te weinig betaald of € 5 te veel ontvangen. betekent complete toeslag terugbetalen. is hiervan een schrijnend voorbeeld. Het is een dispuut – principle versus rule based – dat accountants niet vreemd in de oren klinkt en het geldt ook in de fiscaliteit. ‘Tot in de jaren ’90 was onze fiscale wetgeving redelijkerwijs principle based,’ zo stelt Andor. ‘Goed koopmansgebruik was bijvoorbeeld een maatstaf bij het bepalen van fiscale winstbepaling’ zo vult Jeroen aan. In de jaren 90-00 kenterde dat en werd veel in regels vastgelegd. Dit leidde tot scherpere advisering: stond het niet in de regels? Dan mocht het. Dit leidde vervolgens tot reparatiewetgeving en nog meer regels, zoals op het vlak van de deelnemingsvrijstelling, de fiscale eenheid en de renteaftrekbeperkingen. Deze regelingen zijn geëxplodeerd in omvang en complexiteit. Nu is heel veel dichtgetimmerd met specifieke regels, vaak met overkill. Daarbij lijkt ook de autonomie van de individuele inspecteur aanzienlijk ingeperkt. Dat zou nu wel weer wat mogen kantelen. Beiden pleiten vooral voor een Belastingdienst waar enerzijds de professional een redelijke mate van autonomie heeft en anderzijds minder dichtgetimmerde regels en een meer principle based benadering. In combinatie met Horizontaal Toezicht zou dat heel goed en redelijk kunnen werken. In het geval van de toeslagen en wat daar mis ging is dat onmiddellijk duidelijk. Beiden wijzen hier ook naar de politiek en plaatsen kanttekeningen bij de opmerkingen van Marja van den Oetelaar. Goede overlegmogelijkheden met de fiscus zijn er volgens hen niet altijd!
Jeroen van StrienRegelgeving te strikt
En dan komt inderdaad de toeslagenaffaire weer naar boven. Nog los van het feit dat beiden – evenals Heleen Elbert – vinden dat toeslagen uitbetalen geen taak zou moeten zijn van de Belastingdienst, wijzen ze ook op de verantwoordelijkheid en wisselvalligheid van de politiek. Nauwkeurigheid staat soms haaks op snelheid. Snelheid geeft ruimte tot fraude. Fraude vraagt strenge handhaving. Strenge handhaving leidt tot forse onredelijkheid. Ambtenaren opereerden grosso modo binnen de marges die zij hadden. ‘Fiscale regelgeving is nu te strikt, te uitgebreid, te complex en te lastig in de uitvoering’, aldus Andor. ‘En dat geldt niet alleen voor Nederlandse belastingregels maar ook voor regelgeving in EU-verband’, voegt Jeroen er aan toe.
Doenvermogenstoets
‘Dat is nu waar ik echt benieuwd naar ben’, stelt Jeroen. ‘De doenvermogenstoets is bedoeld om fiscale wetgeving veel meer en veel eerder tegen het licht van haalbaarheid en uitvoerbaarheid te houden. Kan het? Is het redelijkerwijs uit te voeren? Zijn regels niet te ingewikkeld? Zijn er teveel of te weinig uitzonderingen? Kun je het uitleggen? Kunnen specialisten ermee omgaan? Als dat echt van de grond komt, heeft iedereen – belastingplichtige en Belastingdienst – daar baat bij.’
Meer over deze onderwerpen tijdens de AV-week van 21 tot 25 september.
Geef een reactie