Pensioenkortingen worden voor ambtenaren en zorgpersoneel steeds reëler. De grootste pensioenfondsen ABP en Zorg & Welzijn hadden eind september een dekkingsgraad die onder de grens van 90% zit die bepalend is voor het korten op pensioenuitkeringen.
Pensioenfondsen moeten eind dit jaar in elk geval een beleidsdekkingsgraad – het gemiddelde van de laatste 12 maanden – van 90% hebben om niet te hoeven korten. Die grens is al verlaagd vanaf 100% in verband met de coronacrisis. ABP heeft al sinds januari geen beleidsdekkingsgraad van boven de 90% gehad. Pas in januari wordt duidelijk of er in 2021 gekort gaat worden.
Dekkingsgraden eind september
ABP zit met een actuele dekkingsgraad van 88,2% nog steeds onder die grens. De dekkingsgraad is in september met 0,1% gestegen. De beleidsdekkingsgraad – die dus bepalend is voor al dan niet korten – is 88,7%. Zorg & Welzijn verbeterde de dekkingsgraad van 88,0% naar 88,5%; daar is het spannend of de kaap van 90% nog wordt gehaald. Eind september was de beleidsdekkingsgraad 89,8%. Metaalpensioenfonds PMT staat er beter voor, met een dekkingsgraad van 92,2% (90,5% in augustus) en een beleidsdekkingsgraad van 92,1%. PME doet het nog beter met 93,7% (dekkingsgraad) en 92,6% (beleidsdekkingsgraad).
Spannend laatste kwartaal
De dekkingsgraden hebben een flinke knauw gekregen door de lage rentestand en door de dalende beurskoersen als gevolg van de coronacrisis. Directeur Peter Borgdorff van PFZW verwacht een spannend laatste kwartaal. ‘Want dit laatste kwartaal van het jaar is ongekend onzeker, met niet alleen een opleving van het coronavirus, maar ook vanwege de aanstaande presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten’, zegt hij tegen het FD.
ABP geeft aan dat er een positief rendement op beleggingen is geboekt en dat de levensverwachting minder snel stijgt dan eerder gedacht. Desondanks staat het beleggingsrendement over de eerste drie kwartalen nog in het rood: – € 2,3 miljard. Deelnemers kunnen met een rekenhulp alvast kijken wat een pensioenverlaging voor hen betekent.
J.N. Weezenberg RA zegt
Voor Inkomstenbelasting in box 3 wordt aangenomen dat investeerders met meer 150.000 euro vermogen minimaal 5,9% rendement maken.
Uiteraard lukt dat ook ABP uitstekend.
Als basis voor dekkingsgraad wordt gerekend met een rendement volgens een rekenrente die wordt gehanteerd voor kortlopende kasposities tussen Banken.
Een totaal niet relevant gegeven t.o.v. de werkelijkheid !
De sleutelfiguur die dit bepaalt is de Nederlandse Bank.
Als voor pensioenfondsen ook met 5,9% zou worden gerekend, is er voor niemand een probleem.
Het ABP heeft uit “overrente” een gigantisch vrij vermogen opgebouwd dat groot genoeg is om tientallen jaren aan de verplichtingen te voldoen.