De Belastingdienst heeft een AA terecht navorderingsaanslagen IB/PVV over 2014 en 2015 opgelegd, oordeelt de rechtbank Den Haag. De accountant kon de onterecht in aftrek gebrachte rente (€ 29.409 in 2014 en € 29.868 in 2015) op geen enkele manier onderbouwen.Daarmee is het aan zijn (voorwaardelijke) opzet te wijten dat de aanslagen te laag zijn vastgesteld, oordeelt de rechtbank.
Uitspraak: ECLI:NL:RBDHA:2021:4894
De AA had in zijn aangiften IB//PVV over 2014, 2015, 2016 en 2017 rente in verband met de eigen woning in aftrek gebracht van € 39.237 (2014, 2015 en 2016) en € 11.101 (2017). Ook heeft hij € 5.854 (2014, 2015 en 2016) en € 2.820 (2017) aan betaalde premies voor inkomensvoorzieningen in aftrek gebracht.
Correcties en navorderingsaanslagen Belastingdienst
De Belastingdienst verzocht om informatie, waarna op 29 juni 2019 navorderingsaanslagen IB/PVV over 2014 en 2015 werden opgelegd. Daarbij werd de aftrek van eigenwoningrente gecorrigeerd met € 29.409 naar € 9.828 (2014) en met € 29.868 naar € 9.369 (2015). Ook heeft de fiscus de aftrek van premies voor inkomensvoorzieningen gecorrigeerd met € 3.034 (2014 en 2015). Bij de navorderingsaanslagen is tevens bij beschikking € 2.295 (2014) en € 1.778 (2015) aan belastingrente in rekening gebracht. Bij het opleggen van de definitieve aanslagen IB/PVV over 2016 en 2017 heeft de fiscus de aftrekbare eigenwoningrente gecorrigeerd met € 30.767 naar € 8.470 (2016) en met € 3.257 naar € 7.844 (2017) en de aftrek van premies voor inkomensvoorzieningen gecorrigeerd met € 3.034 (2016). Bij de definitieve aanslagen is tevens bij beschikking € 1.278 (2016) en € 116 (2017) aan belastingrente in rekening gebracht.
Aftrekbaarheid eigenwoningrente: geen onderbouwing
Bij de rechtbank Den Haag was vervolgens in geschil of de correcties met betrekking tot de eigenwoningrente en de navorderingsaanslagen over 2014 en 2015 terecht zijn opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de AA, op wie de bewijslast rust, niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op de door hem in aftrek gebrachte rentebedragen in verband met de eigen woning. De man gaf in beroep aan geen stukken te kunnen overleggen die de door hem in aftrek gebrachte eigenwoningrente onderbouwen. De door hem aangevoerde omstandigheden – namelijk dat een van de leningen tien jaar geleden is afgesloten en is gebruikt voor het oversluiten van een bestaande lening – ontslaan de man niet van de op hem rustende bewijslast. Naar oordeel van de rechtbank heeft de Belastingdienst terecht de in aftrek gebrachte eigenwoningrente gecorrigeerd.
Navorderingsaanslag
De fiscus voerde verder aan dat er voor de jaren 2014 en 2015 grond is voor navordering, omdat sprake is van kwade trouw. De Belastingdienst heeft hiertoe aangevoerd dat de AA het overgrote deel van de onterecht in aftrek gebrachte rente (€ 29.409 in 2014 en € 29.868 in 2015) op geen enkele manier kan onderbouwen en dat – aangezien zowel in 2014, 2015 als 2016 € 39.237 in aftrek is gebracht – geen sprake kan zijn van een typefout of vergissing. Voorts heeft de fiscus aangevoerd dat de man en zijn toenmalige partner een gezamenlijk bruto-inkomen hadden van € 67.958 (2014) en € 63.970 (2015), waardoor het niet mogelijk was een dergelijke hoge rente te betalen. Ook stelt de fiscus dat de man beroepsmatig bekend is met het indienen van aangiftes IB/PVV, omdat hij als AA-accountant werkzaam is. De man heeft dit alles niet weersproken. Ter zitting heeft de fiscus nog gewezen op de lage WOZ-waarde van de eigen woning (€ 140.000 in 2014 en € 135.000 in 2015).
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de fiscus voldoende aannemelijk gemaakt dat het aan (voorwaardelijke) opzet van de AA te wijten is dat de aanslagen IB/PVV 2014 en 2015 tot een te laag bedrag zijn vastgesteld. De navorderingsaanslagen zijn daarom terecht aan hem opgelegd.
waarom wordt die accountant niet gelijk levenslang geroyeerd?
ja inderdaad gelijk uitschrijven uit het accountantstegister zulke rotte appels.