Banken en verzekeraars willen graag werken aan een beter klimaat, maar hun actieplannen kunnen nog wel beter, vinden ministers Kaag (Financiën) en Jetten (Klimaat). Met nieuwe wetgeving willen ze daar wat aan gaan doen. Doel is ook om de grote onderlinge verschillen met regelgeving kleiner te maken.
De financiële sector – banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders – heeft in 2019 het klimaatcommitment getekend, waarmee ze aangeven mee te doen aan de uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs en het Nederlandse Klimaatakkoord. Onderdeel daarvan was dat ze uiterlijk in 2022 hun actieplannen inclusief reductiedoelstellingen voor 2030 bekend zouden maken en zouden toelichten welke acties zij nemen om bij te dragen aan de beide akkoorden. ‘De actiebereidheid van de financiële sector blijkt groot’, aldus de minister. ‘Zo heeft 96 procent van de ondertekenaars de ambitie om haar portefeuille in lijn te brengen met het 1,5-gradenscenario en uiteindelijk in 2050 een netto-nulportefeuille te bereiken. 90 procent van de ondertekenaars heeft een actieplan met een reductiedoelstelling voor 2030.’
Verschillen zijn vaak groot
De wil is er dus wel, maar de vertaling naar de praktijk moet beter, vinden Kaag en haar klimaatcollega Jetten. Ze gaan verkennen hoe eventuele wetgeving kan worden ingezet om het klimaatcommitment van de financiële sector te ondersteunen. ‘De ministers prijzen de betrokkenheid en actiebereidheid van de sector om bij te dragen aan de doelen van het klimaatakkoord van Parijs. Een versnelling van de transitie is echter nodig, de verschillen tussen actieplannen zijn soms groot en acties moeten vaak concreter.’ Wetgeving moet ‘de lat tussen voorlopers en achterblijvers op een hoog ambitieniveau gelijktrekken’, aldus Kaag.
Wettelijke eisen aan betrokkenheid
Wetgeving waaraan wordt gedacht, is onder meer een inspanningsverplichting om financieringen en beleggingen in lijn te brengen met de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs en een verplichting om een klimaatplan op te stellen, met duidelijke regels over de inhoud en de verplichting ook uitvoering te geven aan het plan. Kaag en Jetten denken ook aan een uitbreiding van de wettelijke eisen om betrokkenheidsbeleid (engagement) te voeren. ‘Dit zijn enkele denkrichtingen en verdere inbreng vanuit de sector, de wetenschap, de toezichthouders en maatschappelijke organisaties is gewenst. De centrale vraag is wat voor eventuele wetgeving het meest effectief is om de financiële sector versneld te helpen met het in lijn brengen van hun portefeuilles met de doelen van Parijs.’
Geef een reactie