
Doordat de fraudeafdeling van een bank aan de bel trok bij het notariskantoor over twee opvallende betalingen vanaf een derdengeldenrekening kwam de fraudezaak aan het licht. Na onderzoek van de melding bleek al snel dat de boekhouder van het notariskantoor jarenlang geld overmaakte van de derdengeldenrekening naar zijn eigen rekening. In dertien jaar was hij er in geslaagd ruim dertien miljoen euro op die manier te hebben verduisterd.
Bankpassen met eigen pincode voor frauduleuze boekhouder
Voor zijn werkzaamheden beschikte de boekhouder over bankpassen met een eigen pincode. Daarmee kreeg hij inzage in de derdengeldenrekeningen van het kantoor en kon hij betalingen van die rekeningen klaarzetten. De twee notarissen autoriseerden en voerden vervolgens de klaargezette betalingen uit met eigen bankpassen en pincodes.
De boekhouder kon jarenlang met gebruikmaking van de bankpas en pincode van één van de notarissen bedragen naar zichzelf overmaken. De notarissen, de accountant en het Bureau Financieel Toezicht (BFT) hebben deze betalingen niet geconstateerd. De boekhouder kon jarenlang zijn gang gaan, omdat hij de pincode van de notarissen zou hebben gekregen om (spoed)betalingen te autoriseren. De betrokken notaris betwistte dit echter nadrukkelijk.
Na onderzoek naar de fraude dient het BFT uiteindelijk een klacht in bij de kamer voor het notariaat. De twee notarissen krijgen het verwijt dat zij onvoldoende toezicht hebben gehouden op hun derdengeldenrekeningen. Door het bewaringstekort dat zodoende ontstond op de rekeningen liepen derden, die in goed vertrouwen hun geld bij de notaris in bewaring hadden gesteld, het risico om alles kwijt te raken.
Ingediende klacht is gegrond
De kamer neemt de klacht in behandeling en oordeelt dat de notarissen onzorgvuldig waren. Zij deden namelijk hun bankpassen van de derdengeldenrekeningen in een overdag niet afgesloten kast op de financiële afdeling. Daarbij namen ze het risico, aldus de kamer, dat anderen de passen zouden kunnen gebruiken als hun pincode bekend zou worden.
De kamer benadrukt dat de notarissen zelf op geen enkele manier bij de fraude zijn betrokken. Zij zijn zelf ook slachtoffer van de frauduleuze zaken en dat mist zijn uitwerking niet op de notarissen en hun medewerkers. Na ontdekking van de fraude hebben de notarissen alles in het werk gesteld om de gevolgen van de fraude waar mogelijk te beperken en de manier van het doen van betalingen te verbeteren en te optimaliseren.
De kamer vindt dat van de notarissen niet konden verwacht dat zij bedacht waren op de geraffineerde wijze waarop de boekhouder te werk ging. De boekhouder heeft vervalste betalingsopdrachten gebruikt om op slinkse wijze bedragen naar zichzelf over te maken en handig weg te werken in de administratie.
BFT en accountant roken geen onraad
Er zijn zorgen bij de kamer over het feit dat zowel de notarissen, het BFT en de accountant jarenlang zijn uitgegaan van de gegevens die door de boekhouder waren gemanipuleerd. Om zo’n grootschalige fraude in de toekomst te voorkomen had de kamer verwacht dat het BFT duidelijk had gemaakt welke lessen hieruit zouden kunnen worden getrokken.
De kamer voor het notariaat vindt ontzetting uit het ambt of een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van het ambt niet passend. De notarissen hebben kosten noch moeite gespaard om de gevolgen van de fraude waar mogelijk te beperken en hun (betalings-)organisatie te optimaliseren. Een voorwaardelijke schorsing zou volgens de kamer het meest passend zijn, maar de Wna – anders dan de Advocatenwet – kent die mogelijkheid niet. Daarom volstaat de kamer met het opleggen van een berisping aan beide notarissen en worden zij in de proceskosten veroordeeld.
Uitspraak: ECLI:NL:TNORSHE:2024:11
Geef een reactie