De AA liep bij de Accountantskamer in januari 2023 tegen een doorhaling van twee jaar aan. Naast een eigen accountantskantoor heeft hij nog negen andere BV’s en een stichting. Hij begeleidt onder meer minderbegaafde of demente ouderen en krijgt daarvoor betaald vanuit hun persoonsgebonden budget.
Onttrokken aan toezicht
De NBA concludeert in 2019 na een toetsing dat de opzet van het kwaliteitsstelsel onvoldoende is. Er wordt onder meer met data gesjoemeld om een verlopen licentie actief te houden. En de AA heeft met zijn kantoor eigenlijk maar één klant: een stichting die hij zelf heeft opgericht. Nadien lukt het niet om vervolgafspraken te maken, onder meer omdat de AA stelt het heel druk te hebben met zijn begeleidingsactiviteiten. De tuchtrechter besluit tot de langdurige doorhaling omdat de AA zich “feitelijk [heeft] onttrokken aan het toezicht op de kwaliteit van zijn beroepsuitoefening”.
Ook te druk voor de mail
Die uitspraak is op 27 januari 2023 aan hem gemaild. Maar de AA was kennelijk ook te druk om de mailbox bij te houden. De Accountantskamer maakt gebruik van het systeem Zivver voor beveiligde overdracht van gegevens en uit het verzendbewijs blijkt dat de mail nooit is geopend.
Op 12 maart informeert de AA naar de uitkomst van de zitting. Een dag later stuurt de Accountantskamer een afschrift van de uitspraak; drie dagen daarna meldt de AA dat hij beroep wil aantekenen. Maar beroep is alleen mogelijk binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak. Het CBb heeft op 28 maart een hogerberoepschrift ontvangen en toen was die termijn verstreken.
Niet openen voor eigen rekening
De AA stelt echter de uitspraak in eerste instantie niet ontvangen te hebben. Pas na zoeken op internet, in maart, ontdekte hij de uitspraak, zo betoogt bij voor het college. Dat gaat echter niet mee in die redenering. De uitspraak is namelijk dezelfde dag nog verzonden naar het e-mailadres van de AA, zo blijkt immers uit de Zivver-gegevens. Het is simpelweg een kwestie van ongeopende post: “Het komt voor zijn eigen rekening dat hij de e-mail met de uitspraak niet heeft geopend. Hij heeft daar op de zitting geen verklaring voor gegeven.” En daarnaast heeft hij pas vijftien weken na de zitting navraag gedaan bij de Accountantskamer, hoewel hij wist dat uiterlijk na twaalf weken uitspraak zou worden gedaan. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Geef een reactie