
Het wetsvoorstel heeft als doel om financiering van activiteiten die de democratische rechtsstaat ondermijnen tegen te gaan en vloeit voort uit aanbevelingen van de parlementaire ondervragingscommissie POCOB, die onderzoek deed naar ongewenste beïnvloeding vanuit onvrije landen. De wet geeft burgemeesters, het Openbaar Ministerie en andere overheidsinstanties de bevoegdheid om organisaties te bevragen over buitenlandse giften en, bij hoge donaties, de identiteit van de donateur te achterhalen.
Financiële stukken bij handelsregister
Het tweede deel van het wetsvoorstel gaat over de regels voor stichtingen. Het doel van dit onderdeel is het tegengaan van financieel-economisch misbruik, zoals witwassen en terrorismefinanciering. Stichtingen zijn nu al verplicht om een balans en een staat van baten en lasten op te stellen. Het wetsvoorstel verplicht stichtingen om deze financiële stukken voortaan in te dienen bij het handelsregister. De informatiepositie van diensten die controle, toezicht en opsporing uitoefenen wordt zo verstevigd.
Administratieve lasten
Voorstanders, zoals VVD en PVV, zien de wet als een noodzakelijk instrument om buitenlandse inmenging, met name vanuit onvrije landen, aan te pakken. Volgens hen gebruiken bepaalde donateurs financiële steun om antidemocratische boodschappen te verspreiden in bijvoorbeeld moskeeën. PVV’er Smitskam benadrukte dat “tolerantie voor intolerantie” onacceptabel is en dat deze wet hard nodig is.
Critici, waaronder GroenLinks-PvdA en BBB, vrezen dat de wet leidt tot een hoge administratieve last voor maatschappelijke organisaties. De verplichte bewaarplicht van donaties voor zeven jaar kan volgens hen zelfs invloed hebben op kleinschalige initiatieven zoals voedselbanken. CDA en SGP vrezen dat de wet te breed is en dat organisaties die nooit buitenlandse giften ontvangen alsnog moeten voldoen aan de registratieplicht. De SGP pleit voor een risicogerichte aanpak, waarbij alleen verdachte organisaties worden gecontroleerd. De ChristenUnie vraagt zich af of de wet wel effectief genoeg is in verhouding tot de regeldruk. De partij suggereert dat de wet beter kan worden gericht op specifieke landen die een bewezen risico vormen.
Er is ook kritiek op het feit dat burgemeesters extra bevoegdheden krijgen om donaties van maatschappelijke organisaties te onderzoeken. De SP vreest dat burgemeesters onder politieke druk kunnen komen te staan en dat dit tot selectieve toepassing kan leiden. D66 deelt deze zorgen en vraagt om garanties dat de wet niet discriminerend of selectief wordt toegepast.
De behandeling van het wetsvoorstel gaat op een later moment verder met de reactie van minister Van Weel (Justitie en Veiligheid).
Geef een reactie