In een btw-geschil over bijna € 100.000 aan teruggevraagde voorbelasting oordeelt het hof dat een arts ten onrechte als btw-ondernemer is aangemerkt. Hoewel de btw-aangiften op haar naam stonden, concludeert het hof dat haar partner feitelijk de onderneming dreef en zij zelf geen zelfstandige economische activiteiten verrichtte.


