Mag de vertrekkende accountant vrijelijk toegang houden tot de informatie van zijn cliënt en mag hij deze gebruiken voor adviesdiensten aan dezelfde of een andere cliënt? Dat is de vraag waar de AFM een fundamentele discussie over wil houden met de NBA en andere belanghebbenden. ‘De AFM gaat graag de dialoog aan met de NBA en andere stakeholders over dit belangrijke onderwerp.’
In haar reactie op de consultatie van de NBA-handreiking ‘Samenwerking huidige en opvolgende accountant’ stelt de AFM dat ze graag de discussie aangaat over wie de eigenaar is van controle-informatie als een cliënt een nieuwe externe accountant krijgt. ‘Omdat de controle-informatie bestaat uit actuele en relevante strategische, operationele en financiële informatie over de cliënt, ligt het voor de hand dat de ‘afroterende’ accountant er niet vrijelijk over mag beschikken’, aldus de toezichthouder. De verplichte scheiding tussen controle- en adviesdiensten en de verplichte kantoorroulatie maken deze kwestie urgent.
Fundamentele discussie
De AFM mist in het publieke debat een fundamentele discussie hierover. ‘Wij kunnen ons voorstellen dat de NBA samen met ons de handschoen oppakt voor een fundamentele discussie hierover en een verdere uitwerking organiseert. Een eerste aanzet tot een mogelijke oplossing zou kunnen worden gevonden in het oprichten van een afgeschermd centraal elektronisch register, waarin alle controle-informatie na beëindiging van de controlerelatie een plek krijgt’, schrijft de AFM in haar reactie.
Toegang tot het register kan – onder voorwaarden en na instemming van de voorgaande accountant – openstaan voor de nieuwe accountant, de toezichthouder en opsporingsinstanties. Ook zou de voorgaande accountant zelf een verzoek kunnen doen om toegang tot het register te krijgen, bijvoorbeeld voor de interne kwaliteitsbewaking of in verband met lopende juridische zaken. ‘De AFM gaat graag de dialoog aan met de NBA en andere stakeholders over dit belangrijke onderwerp.’
Geef een reactie