De AFM gaat in hoger beroep bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam waarin wordt gesteld dat de toezichthouder op onrechtmatige wijze gegevens van zwartspaarders heeft gekregen.
Dit meldt amweb.nl
De rechtbank Rotterdam oordeelde in juni dat de AFM zwaar in de fout is gegaan door bij de Belastingdienst de gegevens op te vragen van beleidsbepalers die gebruik hebben gemaakt van de inkeerregeling. De rechtbank oordeelde dat het gebruik van deze gegevens onder alle omstandigheden onrechtmatig moet worden geacht.
De Inkeerregeling is in het leven geroepen om ‘zwartspaarders’ in de gelegenheid te stellen schoon schip te maken zonder dat ze een vergrijpboete opgelegd krijgen. Inkeerders mogen er op vertrouwen dat informatie aan de Belastingdienst in het kader van de Inkeerregeling uitsluitend wordt gebruikt voor het opleggen van een naheffingsaanslag en niet aan de AFM wordt verstrekt in het kader van de betrouwbaarheidstoetsing.
Volgens de rechter mag van de AFM worden verwacht dat zij zich bewust is van het belang en de reikwijdte van de geheimhoudingsplicht en geen daarmee strijdige verzoeken om informatie doet. ‘Dat de AFM de gegevens heeft opgevraagd ter uitvoering van een essentiële wettelijke taak, het toezicht op de betrouwbaarheid van beleidsbepalers in de financiële sector, rechtvaardigt niet dat zij zonder wettelijke grondslag fiscale informatie opvraagt over alle beleidsbepalers van bij haar onder toezicht staande instellingen.’ De AFM vroeg de informatie op, omdat zij naar haar mening opvallend weinig meldingen van het gebruik van de Inkeerregeling ontving. Deze achtergrondinformatie vond de rechtbank onvoldoende concreet om te veronderstellen dat veel beleidsbepalers gebruik maakten van deze regeling zonder dit aan de AFM te melden. Ook achteraf is dat, gelet op de cijfers die de AFM tijdens de zitting noemde, naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken.
Woordvoerder Marcel Proos van de AFM kan tegen amweb niet specifiek aangeven op welke punten de toezichthouder de uitspraak bij het CBb aanvecht. ‘We zijn het er niet mee eens, dat is duidelijk.’
Geef een reactie