Uit de deze week gepresenteerde Bedrijvenmonitor blijkt dat opvallend weinig bedrijven zich aan de wettelijke verplichting houden om in het jaarverslag te melden dat zij geen evenwichtige man/vouw-verdeling hebben in hun RvB en/of RvC. De NBA wijst, uit monde van directeur Anne-Marike van Arkel, haar leden er met nadruk op dat wanneer deze informatie ontbreekt, het bestuursverslag niet overeenkomstig titel 9 is opgesteld.
Sinds de invoering van de Wet bestuur en toezicht is het aandeel vrouwen in de raden van bestuur en de raden van commissarissen en het aantal bedrijven dat het streefcijfer van ten minste 30% m/v heeft gerealiseerd weliswaar gestegen, maar de toename is gering. Vennootschappen die het streefcijfer van minimaal 30% m/v niet hebben bereikt, moeten in het jaarverslag uitleggen waarom dat niet gelukt is. Zij moet aangeven:
- waarom de zetels niet evenwichtig zijn verdeeld;
- op welke wijze de onderneming heeft getracht tot een evenwichtige verdeling te komen en
- op welke wijze de onderneming in de toekomst beoogt een evenwichtige verdeling van de zetels te realiseren.
Uit de Bedrijvenmonitor blijkt dat opvallend weinig bedrijven dit doen: meer dan de helft (57%) legt geen verantwoording af over de onevenwichtige samenstelling van de RvB en RvC. Het aantal bedrijven dat in 2014 aan alle wettelijke rapportageverplichtingen voldoet, is minder dan tien procent.
Van Arkel concludeert dan ook dat de transparantie in het bestuursverslag op dit punt te wensen overlaat. De NBA wil haar leden er met nadruk op wijzen dat wanneer deze informatie ontbreekt, het bestuursverslag niet overeenkomstig titel 9 is opgesteld. ‘De accountant moet op grond van artikel 393 lid 3 hier onderzoek naar doen en dient op grond van lid 5 eventuele tekortkomingen te vermelden in het accountantsverklaring. Laten we hopen op meer transparantie in de jaarverslagen over 201,’ zo schrijft Van Arkel op de site van de NBA.
Geef een reactie