Ondernemers met recht op aftrek van BTW vragen de BTW terug op investeringen die zij gebruiken voor hun ondernemersactiviteiten. Over het privégebruik van een bedrijfsmiddel betaalt de ondernemer weer BTW terug aan de Belastingdienst. Dit ‘terugbetalen’ is eigenlijk een heffing over een fictieve dienst aan de ondernemer zelf. Deze regeling geldt bijvoorbeeld voor de auto en de woning: de ondernemer vraagt alle BTW terug en het privégebruik leidt tot BTW-heffing. Ondernemers die hun activiteiten in een vof of een maatschap uitoefenen, hoeven volgens recente rechtspraak niet langer BTW te betalen voor het privégebruik van de woning. Oftewel: zij kunnen BTW-vrij wonen.
BTW-correctie privégebruik: fictieve dienst
Ondernemers die BTW betalen voor het privégebruik van de woning hebben in het verleden BTW teruggevraagd op de bouw van de woning. Er is gebruik gemaakt van een voordelige regeling in de BTW die tot 2011 gold. Binnen deze regeling konden ondernemers alle BTW op de bouw van de woning terugvragen en betaalde zij voor het privégebruik BTW. Deze BTW over het privégebruik geldt voor de negen jaar na het jaar van ingebruikname van de woning.
Voorbeeld
Een ondernemer treedt op als firmant op van een vennootschap onder firma (vof). De activiteiten van de vof geven recht op aftrek van BTW. In 2010 is een nieuwe woning in gebruik genomen. De werkkamer in de woning, dus 10% van de woning, wordt gebruikt voor de vof. De woning is niet ingebracht in de vof. De BTW op de bouwkosten bedraagt € 70.000. Deze BTW is volledig teruggevraagd. Voor het privégebruik betaalt de vof sinds de ingebruikname jaarlijks € 6.300 BTW aan de Belastingdienst en dit bedrag moet nog over de jaren 2015, 2016, 2017, 2018 en 2019 betaald worden.
Geen BTW-correctie: BTW-vrij wonen
Uit een recent arrest van de Hoge Raad maken de BTW-specialisetn van ABAB op dat ondernemers die hun activiteiten in vof of maatschapsverband uitoefenen deze jaarlijkse ‘BTW-correctie voor het privégebruik’ niet meer hoeven te betalen. Dit betekent in het voorbeeld dat over de jaren 2015 tot en met 2019 niets meer betaald hoeft te worden voor het privégebruik en de vof of maatschap een voordeel heeft van € 31.500.
Deze correctie hoeft niet meer betaald te worden, omdat de woning niet tot het vermogen van de BTW-onderneming behoort. Immers, de woning is niet ingebracht in de vof en het privégebruik kan zich niet voordoen in de vof. De vof kan dus geen BTW verschuldigd zijn voor het privégebruik.
Risico op naheffing?
Bestond wel recht op teruggaaf van BTW op de bouwkosten van de woning? Ja, maar dan wel uitsluitend voor dat deel van de woning, dat gebruikt werd voor de vof. In het voorbeeld is dus recht op een aftrek van € 7.000 en dit is beduidend minder dan de genoten teruggaaf van € 70.000.
Kan de Belastingdienst de teruggaaf naheffen? Naheffing is mogelijk binnen vijf jaar ná het jaar waarin de teruggaaf is verleend. Is de teruggaaf in 2010 verleend, dan heeft de Belastingdienst tot 1 januari 2016 de mogelijkheid om de teruggaaf na te heffen. In de regel maakt de vof in januari 2016 de ‘BTW-correctie voor het privégebruik’ over 2015. Het achterwege laten van die correctie kan dan niet de aanleiding zijn om de teruggaaf over 2010 na te heffen. Mogelijk heft de Belastingdienst wel de achterwege gelaten correctie na, indien zij van mening is dat de vof BTW moet betalen voor het privégebruik. Daarbij blijft een boete in principe achterwege als de ondernemer zich beroept op een pleitbaar standpunt.
Kortom, de jaarlijkse BTW-correctie voor privégebruik van de woning kan voor ondernemers in vof of maatschapsverband mogelijk achterwege blijven.
Bron: ABAB
Geef een reactie