De komende maanden moet de DGA een beslissing nemen over zijn pensioen. De vraag die zich hierbij voor kan doen, is wat de DGA moet doen met zijn (gedeeltelijk) verzekerd pensioen. Op 1 juli 2016 kondigde Staatssecretaris Wiebes van financiën de uitfasering van het pensioen in eigen beheer aan. Met Prinsjesdag op 20 september presenteert Wiebes het definitieve wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel moet op 1 januari 2017 ingaan. Hans Dekker van Dukers en Baelemans zet het voor u op een rij.
De komende maanden moet de DGA dus beslissen over zijn pensioen. Een belangrijke vraag die zich hierbij voor kan doen, is wat de DGA moet doen met zijn – in bepaalde gevallen gedeeltelijk – verzekerd pensioen. Er zijn DGA’s die in het verleden gekozen hebben om een deel van de pensioentoezegging extern te verzekeren bij een verzekeringsmaatschappij. Een deel van het pensioen wordt dan in eigen beheer opgebouwd en het andere deel is verzekerd door middel van een kapitaalverzekering met pensioenclausule. Om voor te sorteren op de wetswijziging per 1 januari 2017 overwegen veel DGA’s op advies van de accountant of belastingadviseur zijn kapitaalverzekering met pensioenclausule af te kopen waarbij de afkoopwaarde terugvloeit naar de BV.
Voordelen
Op het eerste gezicht lijkt dit een aantrekkelijk alternatief. Er komt immers een mooi bedrag aan liquiditeiten de BV binnen. De andere argumenten om te kiezen voor afkoop zijn de volgende:
- Na afkoop van de verzekering kan de DGA in 2017 kiezen voor afkoop van de gehele pensioenvoorziening in eigen beheer. De verschuldigde loonheffing kan de BV eventueel voldoen uit de afkoopsom van de verzekering;
- De DGA hoeft niet op pensioendatum bij een verzekeraar een levenslange pensioenuitkering aan te kopen waarvan de rentevergoeding wellicht erg laag is;
- De DGA kan ook na zijn pensioendatum met het vermogen in de BV zelf blijven beleggen.
Voorzichtigheid geboden
Op basis van het bovenstaande is het eenvoudig om de conclusie te trekken dat afkoop van de verzekering in het belang van de DGA en zijn BV is. Toch is het goed om ook een aantal andere zaken in de overweging mee te nemen.
De verzekering
Hoe ziet de polis die wordt afgekocht er concreet uit? Zit er een garantie in de verzekering? Kent de verzekering winstdeling? Polissen in het verleden kennen in sommige gevallen nog een garantierendement van 4%. Op dit moment is dit een rendementspercentage waar we alleen nog maar van kunnen dromen. Het zou best wel eens interessant kunnen zijn om de verzekering tegen dit rendement door te laten lopen.
Het kan zijn dat een verzekering winstdeling kent. Ieder jaar wordt doorgegeven wat de hoogte van de winstdeling is die is opgebouwd. Loopt de polis al een aantal jaren, dan kan sprake zijn van een substantieel bedrag. Vaak heeft de verzekeringnemer hier alleen recht op bij expiratie van de polis. Bij afkoop vervalt het bedrag aan winstdeling. Dit kan een belangrijke reden zijn om de verzekering te handhaven.
De kosten
Uiteraard doet zich de vraag voor of de verzekeraar wel meewerkt aan afkoop. Wat staat hierover in de voorwaarden van de polis? Vervolgens is de vraag hoeveel kosten de verzekeringsmaatschappij voor de afkoop in rekening brengt.
Overlijdensdekking
Kent de verzekering een overlijdensrisicodekking en is deze dekking voor de financiële planning van de DGA noodzakelijk? Bij afkoop moet in dat geval bekeken worden of de overlijdensdekking op de een of andere manier gehandhaafd blijven. De vraag is of hiervoor gezondheidswaarborgen van de DGA noodzakelijk zijn. Als dat zo is, dan is de gezondheidstoestand van de DGA van belang. Het is goed om hierbij stil staan voordat definitief tot afkoop wordt overgegaan.
Wft pensioenverzekeringen
De vraag doet zich voor of een advies de pensioenverzekering af te kopen onder de reikwijdte van de Wft valt. Adviseren volgens de Wft betreft:
‘Het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aanbevelen van een of meer specifieke overeenkomsten waarbij een premiepensioenvordering ontstaat, van een of meer specifieke verzekeringen of van een of meer specifieke financiële instrumenten aan een bepaalde cliënt’
In deze specifieke situatie wordt niet een specifieke verzekering aanbevolen, maar wordt deze juist beëindigd. Toch lijkt het mij dat ook in deze situatie gesproken kan worden van adviseren. Het gaat ontegenzeglijk om een ‘specifieke verzekering’ en een ‘bepaalde cliënt’. De impact van beëindiging van een verzekering is even groot als de impact van het afsluiten van een verzekering.
De Wft pensioenadviseur houdt zich bij zijn advies aan de adviesregels uit artikel 4:23 Wft. Dit betekent dat hij de doelstellingen, risicobereidheid, financiële positie, kennis en ervaring van de cliënt in kaart brengt voor zover relevant voor het advies. Zijn advies sluit aan op deze inventarisatie. En de adviseur kan ook motiveren waarom het advies op de inventarisatie aansluit. Houdt de adviseur zich niet aan deze adviesregels, dan handelt hij in strijd met zijn zorgplicht.
Wat is het gevolg van het feit dat de adviseur niet voldoet aan de Wft vakbekwaamheidseisen? Uiteraard kan hij problemen krijgen met de AFM, maar ook civielrechtelijk kan dit een rol spelen. Stel dat de cliënt achteraf niet gelukkig is met de afkoop van de pensioenverzekering. Hij stelt de adviseur aansprakelijk en eist een schadevergoeding. Het is niet ondenkbaar dat de rechter in zijn beoordeling een rol laat spelen dat de adviseur niet beschikt over een Wft pensioen diploma.
Kortom
Is het dan in geen enkel geval verstandig om de pensioenverzekering af te kopen? Dat is op voorhand niet te zeggen. Van belang is dat dergelijke belangrijke beslissingen zorgvuldig afgewogen moeten worden, waarbij de cliënt inzicht krijgt in de voor- en nadelen. De cliënt moet daarbij ook begrijpen wat de gevolgen zijn van zijn beslissing. De BV ontvangt nu een groot bedrag, maar dit gaat ten koste van de pensioenuitkering aan de DGA. Wat is het gevolg voor zijn inkomensplanning na pensionering, maar ook bij overlijden? Daarnaast valt het afkoopadvies mijns inziens onder de reikwijdte van de WFT en dient een Wft pensioenadviseur te worden betrokken in het adviesproces.
Auteur:
Mr. Hans Dekker FFP is opleidingsprofessional en docent bij Dukers & Baelemans. Hij houdt zich met name bezig met het onderwerp toekomstvoorzieningen.
Meer over dit onderwerp? Volg de masterclasses De oudedagsvoorziening van de DGA.
In deze masterclasses behandelen ervaren docenten de fiscale en juridische aspecten van het wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer, de gevolgen voor de DGA en zijn partner en hoe de DGA met deze gevolgen kan omgaan. Daarnaast gaan we in op de mogelijkheden die de DGA heeft om na 2017 een oudedagsvoorziening op te bouwen.
Na het volgen van deze masterclass bent u in staat de DGA en de partner te begeleiden en te adviseren over de uitfasering van het pensioen in eigen beheer. U kunt een afweging maken tussen afkoop of omzetting in een spaarverplichting en aangeven wel alternatief het beste bij de DGA en zijn partner past. U kunt de DGA en de partner adviseren over de eventuele compensatiemogelijkheden bij uitfasering van het pensioen in eigen beheer waarbij u rekening houdt met de belangen van alle betrokken partijen.
Voor meer informatie, actuele startdata en inschrijving gaat u naar de website van Dukers & Baelemans.
Schrijf u in voor de masterclass
Leuk stuk,
Let wel, de korting faciliteit voor afkopen van het DGA pensioen zal worden berekend over de stand van de fiscale pensioenverplichting per 31 december 2015. Als de opzet is om hiervan gebruik te maken dan zal de accountant moeten zorgen dat de totale pensioenverplichting in de aangifte Vpb staat (en niet een saldo zoals vaak het geval is)
Enige haast is ook geboden. De kans is groot dat een afkoop naar eigen beheer vanaf 1 januari aanstaande niet meer zal lukken.
Ook zal het lastig zijn een WFT pensioenadviseur te vinden die bekend is met deze materie. Pensioen in eigen beheer is een gebied waar weinig WFT pensioenadviseurs echt bekwaam zijn.