Donderdag 16 februari heeft het Centraal Planbureau de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s kenbaar gemaakt. ‘Keuzes in Kaart 2018-2021‘ omvat een analyse van de financieel-economisch keuzes van de elf partijen VVD, PvdA, SP, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, SGP, DENK, VNL en de Vrijzinnige Partij. Wat blijkt? De onderlinge verschillen zijn groot, maar alle partijen profiteren van het economisch herstel en zorgen voor extra groei.
Toenemende koopkracht
Vrijwel elke partijen maken dankbaar gebruik van het voorspelde begrotingsoverschot om lasten te verlichten. Daarmee zorgen ze allemaal voor licht hogere economische groei, een lagere werkloosheid en meer koopkracht dan het CPB voorspelt bij ongewijzigd beleid. Werkenden krijgen er 0,2% (Denk) tot 2% (SP) of zelfs 2,2% (VNL) bij. Bij de VVD gaan uitkeringsgerechtigden er 1,2% op achteruit en bij de SP met 3,2% op vooruit. Van de SP kunnen gepensioneerden 2,5% meer verwachten en bij de SGP 0,2% minder.
Verschillen tussen partijen
De verschillen zitten in de keuzes die partijen maken en daardoor valt er ‘echt wat te kiezen’, aldus CPB. Het planbureau geeft aan dat de verschillen vooral tot uitdrukking komen bij de structurele werkgelegenheid, koopkracht en houdbaarheid van de overheidsfinanciën op langere termijn. Op lange termijn creëert de VVD de meeste banen (+3,5%), waar ze bij de SP het sterkste dalen: -4,6%.
Geef een reactie