De NBA moet ervoor waken dat het nieuw in te voeren PE-stelsel door het achterwege blijven van een urennorm niet te vrijblijvend wordt, schrijft minister Dijsselbloem (Financiën) aan de Tweede Kamer. Bovendien moet de koepelorganisatie borgen dat de activiteiten aansluiten op de werkzaamheden. De bewindsman schrijft dat in antwoord op Kamervragen van zijn partijgenoot Henk Nijboer.
Nijboer had de vragen gesteld naar aanleiding van de eerste ervaringen met de pilot voor het nieuwe PE-model van de NBA. Dat nieuwe model heeft het leerresultaat in plaats van de inspanning als uitgangspunt: als norm geldt niet meer 40 PE-uren. Daarnaast is er differentiatie naar werkzaamheden en ligt de verantwoordelijkheid voor de inhoud van het PE-programma primair bij de individuele accountant of organisatie. verder is er meer keuzevrijheid in inhoud en vorm van PE.
Aansluiten bij werkzaamheden
“De ervaringen van de deelnemers aan de pilot zijn overwegend positief”, schrijft Dijsselbloem. De pilot loopt nog; later dit jaar wordt een definitieve beslissing genomen over de invoering van het nieuwe model. Nijboer wilde weten wat de minister ervan vindt dat een cursus Spaans of een cursus articuleren ook kan gelden als onderdeel van de permanente educatie. “Doorslaggevend zou moeten zijn of een accountant na een succesvolle deelname daaraan in staat is zijn werk beter uit te voeren en meer kwaliteit af te leveren. Voorwaarde is dan dat een dergelijke PE-activiteit aansluit bij de werkzaamheden van die accountant. Het is een verantwoordelijkheid van de NBA om er zorg voor te dragen dat aan deze voorwaarde wordt voldaan.”
Niet vrijblijvend
Nijboer vreest dat het PE-stelsel door het zelf stellen van leerdoelen te vrijblijvend wordt. Hij wil ook weten hoe de NBA met betrekking tot permanente educatie invulling geeft aan de wettelijke taak van kwaliteitsbevordering en behartiging van het collectieve beroepsbelang.
Dijsselbloem vindt dat het nieuwe stelsel niet vrijblijvend mag zijn. “Als een goede naleving van het nieuwe PE-stelsel niet kan worden gewaarborgd of afgedwongen, moet het ook niet worden ingevoerd.” Het is aan de NBA om erop toe te zien dat zij ook zonder een verplicht aantal PE-uren serieus invulling geven aan hun verplichting, vindt de minister. “De NBA is voornemens dit te gaan doen door met grotere werkgevers, die veelal accountants met een gelijksoortige PE-behoefte in dienst hebben, afspraken te maken en studieplannen van accountants die als zelfstandige werken of bij kleinere ondernemingen in dienst zijn steekproefsgewijs te controleren.” Tekortschieten in plan of uitvoering kan in de toekomst tot tuchtrechtelijke handhaving leiden, schrijft Dijsselbloem.
Controle AFM
Hij wijst erop dat in het nieuwe model blijft ook de door de NBA verplicht gestelde cursus of training blijft bestaan. “Het gaat dan om een opleidingsverplichting met betrekking tot de laatste ontwikkelingen op het vakgebied en om maatschappelijk belangrijke thema’s voor accountants, zoals fraudebestrijding en de kwaliteit van wettelijke controles.” De kennistoets blijft bestaan en zal naar verwachting om het jaar moeten worden afgelegd.
Dijsselbloem geeft verder aan dat de AFM de mogelijkheid heeft om in het toezicht specifiek aandacht te besteden aan het waarborgen van de kennis en ervaring van medewerkers door accountantsorganisaties. “De NBA zal zich daarvan rekenschap moeten geven bij de invoering van een nieuw PE-model.”
Nijboer heeft inmiddels een nieuwe serie vragen gesteld over de branche; ditmaal over de vermeende trage doorvoering van kwaliteitsverbeteringen.
Geef een reactie