Het financiële resultaat van de GGZ-sector is in 2016 gehalveerd ten opzichte van 2015. Dat blijkt uit een jaarverslagenanalyse over 2016 door Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg, en Verstegen Accountants en Adviseurs.
De onderzochte instellingen vertegenwoordigen samen 95 procent van de totale omzet in de sector. Alle GGZ-instellingen samen hebben een bescheiden positief resultaat van €51 miljoen behaald (€105 miljoen in 2015). De resultaten staan flink onder druk door dalende tarieven en productievolumes. Ook stijgen de personeelskosten met ruim 4 % naar €4,6 miljard door krapte op de arbeidsmarkt en een regeling voor nabetaling van de onregelmatigheidstoeslag. Van de 34 organisaties die in 2015 rode cijfers schreven, hebben er 15 ook in 2016 verlies geleden.
Reorganisatiekosten
Met name reorganisatiekosten zijn hiervan de oorzaak, mede als gevolg van de verdere krimp van productieafspraken met gemeenten voor jeugd GGZ en WMO. Dit blijkt uit een eerste analyse van 186 jaarverslagen over 2016 door Intrakoop. De onderzochte instellingen vertegenwoordigen samen 95 procent van de totale omzet in de sector. Ondanks de veelheid aan stelselwijzigingen houdt de GGZ-sector het hoofd boven water. De bedrijfsopbrengsten – en daarmee de kosten van GGZ voor de Nederlandse samenleving – zijn in 2016 met €114 miljoen euro (1,8 procent) gestegen naar €6,3 miljard euro. De sector heeft de afgelopen jaren geanticipeerd op de gevolgen van alle stelselwijzigingen voor de financiering. Dit is vooral zichtbaar in de voorzieningen die zijn getroffen voor de kosten van de transitie en/of reorganisaties die daarmee samenhangen.
Liquiditeit
De afgelopen jaren heeft de GGZ-sector de liquiditeit op orde gekregen, nadat deze door de invoering van de DBC’s sterk negatief was beïnvloed. In 2016 is de liquiditeit ten opzichte van 2015 iets verbeterd van 1,5 naar 1,6. Daarmee ligt de liquiditeit gemiddeld boven de norm van 1,0. Dat komt ook doordat het investeringsniveau in 2016 (opnieuw) lager is dan in 2015. Veel instellingen stoten vastgoed af, als gevolg van de afname van productieafspraken. Dit heeft een gunstig effect op de liquiditeit. Ook het weerstandsvermogen (solvabiliteit) – uitgedrukt in omzetratio – is licht gestegen naar 24,5 procent in 2016 en daarmee gemiddeld genomen voldoende. Toch zijn er van de 186 onderzochte GGZ-instellingen nog altijd 73 met een solvabiliteitsratio onder de 15 procent. In 2015 waren dat er 70.
Laagste investeringsniveau
De GGZ-sector kent het laagste investeringsniveau in de zorg: in 2016 wordt 8 procent van de inkoopuitgaven besteed aan investeringen, namelijk 152 miljoen euro. Dit is relatief gezien twee keer zo laag als in de gehandicaptenzorg of VVT en gemiddeld bijna vier keer lager dan bij ziekenhuizen. De investeringen dalen in 2016 verder met 4,6 procent. De afname van de investeringen is in 2016 minder sterk dan in voorgaande jaren, waarschijnlijk doordat organisaties na jaren van uitstel een inhaalslag maken en zich beperken tot noodzakelijke (vervangings-)investeringen.
Geef een reactie