Het overgrote deel van de gemeenten heeft dit jaar tijdig de jaarstukken over 2016 aangeleverd. Bovendien hebben veel meer gemeenten een goedkeurende verklaring van de accountant ontvangen dan vorig jaar, schrijft minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer. Grofweg 80% van de gemeenten heeft nu een goedkeurende verklaring, tegen 50% vorig jaar.
Op 15 juli had 92% van de gemeenten de jaarstukken plausibel aangeleverd bij het CBS. “Dit is een grote verbetering in vergelijking met het voorgaande verslagjaar. Hierbij wordt aangetekend dat een aanzienlijk deel van de gemeenten een grote tijdsdruk heeft ervaren, waarbij de termijnen net op tijd gehaald werden. Hier is nog ruimte voor verbetering in de planning, door alle schakels in de keten.” De minister baseert zich op onderzoek door EY.
Van alle jaarrekeningen kreeg 86% een goedkeurende verklaring wat betreft getrouwheid. Dat was in 2015 nog 50%. Wat betreft rechtmatigheid werd voor 81% van de jaarstukken een goedkeurende verklaring afgegeven, tegen 47% in 2015. Overigens is het percentage afkeurende verklaringen ook toegenomen, al blijft dat marginaal: voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid werd 1% afgekeurd, tegen 0% respectievelijk 0,3% in 2015.
“Een forse sprong voorwaarts”, noemt Ollongren de toegenomen goedkeuringspercentages. “Dit is met name te danken aan de grote inspanningen die gemeenten en hun ketenpartners zich getroost hebben, om de administratieve processen op orde te brengen en onderling af te stemmen. De gezamenlijke inspanningen van gemeenten, zorgaanbieders, accountants en het Rijk hebben vruchten afgeworpen.”
Verbeterplannen
Vorig jaar werden verbeteracties aangekondigd, waaronder afspraken met de VNG en de NBA over een betere informatievoorziening aan gemeenten en het opstellen van een verbeterplan door een specifieke groep gemeenten. In die verbeterplannen is onder meer opgenomen dat er vroegtijdig wordt overlegd met de accountant en dat de interne controlefunctie wordt versterkt.
Aan 71 gemeenten is schriftelijk verzocht een verbeterplan op te stellen. “Deze gemeenten hadden bijvoorbeeld voor het verslagjaar 2015 een oordeelsonthouding of waren in ruime mate te laat met de aanlevering van de jaarstukken. Van deze groep van gemeenten had 24% een goedkeurend oordeel voor het aspect rechtmatigheid over het verslagjaar 2015. Voor deze gemeenten is het percentage goedkeurende oordelen gestegen naar 69%.”
Zorg in natura
Volgens de minister zijn er verdere verbetering mogelijk, zoals het kritisch bezien of een afzonderlijke verklaring van de accountant nog noodzakelijk is voor het aannemelijk maken van de levering van prestaties door de zorgaanbieder. “Dit vereist wel dat de administratieve processen bij de zorgaanbieder én de gemeente op orde zijn en onderling afgestemd worden.” Volgens het EY-rapport zou het aandeel goedkeurende verklaringen op het aspect rechtmatigheid met 8 procentpunten toenemen als er geen fouten en onzekerheden zouden zijn die voortvloeien uit de zorg in natura.
PGB
Sinds 2015 geldt voor het persoonsgebonden budget (PBG) trekkingsrecht: het budget wordt eerst aan de Sociale Verzekeringsbank overgemaakt en pas na indienen van declaraties gaat het geld naar de zorgverlener. In eerste instantie gold daarvoor een coulancebeleid: uitbetaling had voorrang boven controles. Die controles zijn sinds het najaar van 2016 weer ingevoerd. “De onrechtmatigheidspercentages blijven de komende jaren waarschijnlijk echter relatief hoog, vanwege de doorwerking van de zogenaamde ‘onvermijdbare fouten’ uit de periode van het coulancebeleid.” Zonder fouten en onzekerheden in het kader van het PGB zou het aandeel van goedkeurende oordelen voor de rechtmatigheid met 6 procentpunten toenemen.
Namen laatkomers gepubliceerd
Circa 80% van de gemeenten heeft nu een goedkeurende verklaring. Tot 2015 – voor de zogeheten decentralisaties in het sociaal domein – was dat percentage gemiddeld 95%. “Gegeven de positieve trend is het gerechtvaardigd om vanuit het Rijk geen volkomen nieuwe verbetermaatregelen te introduceren, maar wel om het bestaande instrumentarium zoveel mogelijk toe te spitsen op de gemeenten die nog geen goedkeurende verklaring hebben.” Zo wordt ook voor verslagjaar 2017 een stuurgroep ingesteld, die de vinger aan de houdt gehouden bij de verantwoording over het verslagjaar. Ook komt er weer een monitor die in kaart brengt welke voortgang gemeenten boeken in de verantwoording. Daarbij ligt de nadruk op gemeenten die over 2016 nog geen goedkeurende controleverklaring hadden. Hun wordt ook gevraagd een nieuw verbeterplan te maken.
Net zoals tot en met verslagjaar 2014 gebruikelijk was, zullen voor 2017 weer de namen van de gemeenten worden gepubliceerd die niet uiterlijk 15 juli de verantwoordingsinformatie plausibel aangeleverd hadden bij het CBS.
Lastenbeperking gemeenten
Verder is een Programma Sociaal Domein gestart, waarin gemeenten en de rijksoverheid samenwerken met ketenpartners. Dat richt zich op vernieuwende vormen van gemeentelijke verantwoording in het sociaal domein, onder meer door het beperken van de lasten die verbonden zijn aan het verzamelen van verantwoordingsinformatie in de keten. “Van belang hierbij is dat gemeenten de huidige inspanningen om te komen tot een goedkeurende controleverklaring veelal als ‘fors’ ervaren. Fors in de zin van substantiële kosten die verbonden zijn aan de investeringen die gepaard gaan met de verbetering van de interne beheersing en controle, alsmede de afstemming met samenwerkingsverbanden en zorgaanbieders. Daarnaast moet de externe accountant door de decentralisatie in het sociaal domein ook meer werkzaamheden verrichten, hetgeen tot hogere controlekosten leidt. Bezien zal worden of de efficiëntie van de accountantscontrole vergroot kan worden, hetgeen ook eisen stelt aan de interne beheersing en controle van de gemeente.”
Geen schaarste bij aanbesteding
Ollongren gaat ook in op de vrees van sommige gemeenten dat er geen accountant zal inschrijven op hun aanbesteding. Die vrees vindt ze niet terecht. “Bij 105 gemeenten (26%) was de accountant bij de controle van het jaarverslag 2016 een andere dan bij de controle van het jaarverslag 2015. Er waren drie grote kantoren actief in de gemeentemarkt, namelijk Deloitte, EY en PWC. Het marktaandeel van deze drie grote kantoren is gedaald, een ontwikkeling die al langer gaande was. Middelgrote kantoren hebben hun aandeel vergroot en er was ook ruimte voor nieuwe toetreders. Deels gaat het bij de nieuwe toetreders om afsplitsingen van grote kantoren. Er zijn momenteel geen signalen over gemeenten die niet succesvol waren, bij de zoektocht naar een ‘nieuwe’ accountant.”
Gemeentelijke accountantsdiensten
De minister gaat het toezicht op de gemeentelijke accountantsdienst niet anders organiseren. Onder meer Amsterdam en Den Haag hebben een eigen gemeentelijke accountantsdienst. “Ook een samenwerkingsverband van enkele gemeenten (al dan niet in samenwerking met accountantskantoren uit de private sector) is denkbaar. Momenteel wordt een dergelijke optie op haalbaarheid onderzocht door gemeenten in Twente.” Het toezicht op die eigen accountantsdiensten wordt uitgevoerd door de rekenkamer en niet bij de AFM. “Uit onder meer gesprekken met de voorzitters van de rekenkamers van Amsterdam en Den Haag is gebleken, dat aan het toezicht op de gemeentelijke accountantsdiensten in deze steden op een goede manier invulling is gegeven. De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) zal zich ook beraden op de mogelijkheden om bij de oprichting van een eventuele nieuwe gemeentelijke accountantsdienst behulpzaam te zijn bij de overdracht van kennis aan de met het toezicht belaste rekenkamer.” Als gemeenten steeds meer gaan kiezen voor de oprichting van een eigen accountantsdienst, wil Ollongren wel overleggen met de AFM en de NBA over de ontwikkeling de kwaliteit van het door de rekenkamers uitgeoefende toezicht en wat dit betekent voor het gelijke speelveld voor accountants.
Geef een reactie