Transportondernemers – zogeheten ‘eigen rijders’ – die meerdaagse internationale ritten maken, mogen vanaf 2018 in de belastingaangifte € 36,50 per dag aan verblijfskosten aftrekken.
Voor eigen rijders geldt per gereden dag een vast aftrekbaar bedrag aan verblijfskosten. Dat is voor 2017 € 35,50: de aftrek gaat dus mer een euro omhoog. Verblijfskosten zijn alleen aftrekbaar als de rit langer duurt dan 24 uur en de verste bestemming niet in Nederland ligt. Het aantal gereden dagen moet kunnen worden aangetoond met bijvoorbeeld tachograafschijven, facturen en rittenstaten. De vertrek- en terugkomstdag tellen elk mee voor een halve dag. Van de verblijfskosten hoeven geen bewijsstukken bewaard te worden. Onder voorwaarden komen ook internationale ritten korter dan 24 uur in aanmerking voor de verblijfskostenaftrek.
Wanneer de eigen rijder aannemelijk kan maken dat de werkelijke verblijfskosten in een jaar hoger zijn dan het vaste aftrekbare bedrag, mogen ook de werkelijke verblijfskosten worden afgetrokken.
Geef een reactie