Staatssecretaris Snel van Financiën vindt dat alle rulings met een internationaal karakter moeten voldoen aan de richtsnoeren van de EU-Gedragscodegroep. Dat schrijft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer na een verzoek om toelichting door Kamerlid Pieter Omtzigt. De in februari door Snel aangekondigde algehele herziening van de rulingpraktijk wil hij bovendien volgend jaar doorvoeren, schrijft de staatssecretaris in dezelfde Kamerbrief. ‘Mijn ambitie is dat de nieuwe vormgeving van de rulingpraktijk staat per 1 januari 2019. Ik verwacht u dit najaar nader te kunnen informeren over de plannen voor de herziening en het verdere tijdpad van implementatie.
Snel meldde in februari al dat alle door het APA/ATR-team van de Belastingdienst worden afgegeven in lijn zijn met de Europese aanbevelingen. Voor de rulings die niet door het APA/ATR-team worden gesloten zijn de huidige procedurele voorschriften nog niet op alle aspecten in lijn met de Europese aanbevelingen, schrijft hij nu. Hoewel naleving van de richtsnoeren niet direct afdwingbaar is, vindt het kabinet naleving van die aanbevelingen van de EU-Gedragscodegroep wel degelijk van groot belang, schrijft Snel. Het kabinet is daarom van mening dat de procedurele voorschriften voor rulings met een internationaal karakter die niet door het APA/ATR-team worden afgegeven ook moeten voldoen aan de aanbevelingen.
Geen prioriteit
Bij rulings waarbij dat internationale ontbreekt geeft Snel, in tegenstelling tot de aanbeveleingen, geen prioriteit aan implementatie van de Europese regels, ‘aangezien het risico op internationale belastingontwijking bij deze categorie rulings zeer klein is en daarentegen de uitvoeringslasten erg groot zijn.’
Geef een reactie