Oudere werknemers met gezondheidsklachten werken vaak door tot hun pensioenleeftijd. Zij kunnen zich geen vervroegd pensioen veroorloven. Dat blijk uit onderzoek dat donderdag is gepubliceerd in het vakblad Economische Statistische Berichten (ESB) en waarover het FD een verkorte voorpublicatie heeft geplaatst.
Volgens het onderzoek werkt 82% van deze groep werknemers door, ondanks plannen om eerder te stoppen. Alleen werkenden met lichamelijk zware beroepen stoppen vaak eerder en nemen dan genoegen met een lager pensioen.
Wensen en verwachtingen
De onderzoekers, Harry van Dalen en Kène Henkens, twee hoogleraren verbonden aan het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (Nidi), hebben duizenden ambtenaren, zorgmedewerkers en bouwvakkers gevraagd naar hun plannen voor het eind van hun loopbaan en hun pensioen. Eerst is gevraagd naar wensen en verwachtingen. Twee jaar later werden die vergeleken met de werkelijke keuzes.
Discrepantie
Zij constateren een grote discrepantie tussen gewenste en feitelijke pensioenleeftijd. De hervorming van het pensioenstelsel pakt volgens hen vooral voor minder draagkrachtige werknemers in kwetsbare posities nadelig uit. Het onderzoek toont volgens hen aan dat gezondheid geen effect heeft op de kans dat werknemers eerder met pensioen gaan.
Vermogen
Slechts 15% van de werknemers die in 2015 tussen de 60 en 63 jaar oud waren, rekende er nog op dat ze voor de oude AOW-leeftijd zou kunnen stoppen. De kans dat iemand met een vermogen van meer dan een kwart miljoen euro vervroegd uittreedt, is bijna 2,5 keer zo groot als bij iemand die minder dan €5000 opzij heeft gezet.
Waterbedeffect
Volgens de onderzoekers ontstaan een waterbedeffect. Werkenden die kwakkelen met hun gezondheid en niet met vroegpensioen kunnen, zullen vroeg of laat opduiken in andere collectieve regelingen als WIA, de Ziektewet en de WW. De AOW-leeftijd moet in 2021 uitkomen op 67 jaar en drie maanden. Sommige politieke partijen willen echter terug naar 65 jaar. Ook werkgevers en vakbonden dringen aan op een gematigder of in ieder geval langzamere verhoging van de pensioenleeftijd.
Geef een reactie