De nieuwe Commissie Toekomst Accountancysector moet niet overhaast te werk gaan en de tijd krijgen om een degelijk onderzoek te doen naar de oorzaken voor de achterblijvende controlekwaliteit. Dat vinden Eva Eijkelenboom, Steven Hijink en Lars in ‘t Veld. De academici geven af op de “geldingsdrang van politiek en toezichthouder”.
Minister Hoekstra stelde vorige week op aandringen van de AFM en de Monitoring Commissie Accountancy een nieuwe commissie in om de in 2014 ingezette veranderingen in de accountantsbranche te versnellen. Maar snelheid moet geen haast worden, vinden Eijkelenboom (Erasmus School of Law en KPMG), Steven Hijink en Lars in ‘t Veld (beiden Radboud Universiteit en advocatenkantoor Stibbe).
Methodologische gebreken
Mededingingsautoriteit MCA stelde in 2016 dat de oorzakenanalyses van de sector nog onvolledig waren en onvoldoende diepgang hadden. De echte problemen werden nog te weinig aangepakt. “Met de oproep om de hete aardappels te adresseren, is niets mis. Sterker nog, deze aanpak – eerst oorzaken vaststellen en dan maatregelen nemen – verdient de voorkeur. Over de vraag wat die hete aardappelen zijn, moet discussie worden gevoerd. De AFM doet in haar verkenning een poging. Vanuit de theorie van marktfalen onderzocht zij of er verband bestaat tussen achterblijvende kwaliteit van controles, en de structuur van de sector en accountantsorganisaties. De verkenning pretendeert wetenschappelijk te zijn, maar bevat de nodige methodologische gebreken. Ervaringen met Amerikaanse wetgeving worden zonder de benodigde vertaalslag toegepast op de Nederlandse markt en wetgeving.”
Halfgare aardappel
Daarnaast baart het de drie zorgen dat er geen analyse is van de effecten van nieuwe wetgeving. “Dat bevreemdt overigens niet. Pas vier maanden geleden zijn de meest recente aanpassingen in accountancywetgeving doorgevoerd, waaronder invoering van een geschiktheidstoets voor beleidsbepalers. Dat toetsingsproces is nog gaande; uitkomsten kunnen nog niet worden meegenomen. Het is daarom nog (te) vroeg om conclusies te trekken over het verandertraject van accountantsorganisaties. Het plaatst bovendien de vier jaar van Hoekstra in perspectief. In dit opzicht is de verkenning van de AFM een halfgare aardappel.”
Er is evenmin veel aandacht voor het eigen functioneren van de toezichthouder. “Die ene keer dat een rechter inhoudelijk oordeelde over de AFM-bevinding dat accountantsorganisaties tekortschoten, werd dat besluit vernietigd. Het fundament onder de AFM-bevindingen dat sprake is van tekortschietende controles, is daarmee op zijn best wankel. We weten dus gewoon nog niet wat de kwaliteit van controles is en ook niet of die kwaliteit over de hele linie zo slecht zou zijn.”
Geen politieke snelkookpan
Hoewel de AFM zelf stelt dat toezicht ook negatieve effecten kan hebben, blijven veel van die effecten onbelicht, aldus de drie. “Zo komt de hete aardappel, dat negatieve publiciteit afbreuk doet aan vertrouwensherstel in accountants, niet aan bod. Hierop wezen wij al in de evaluatie van de Wet toezicht accountantsorganisaties, die wij in 2014 mede uitvoerden. Kortom, een flink aantal aardappels moet nog worden gerooid. Meer onderzoek naar oorzaken is nodig. We juichen het toe dat een Commissie Toekomst Accountancysector onderzoek gaat doen. Die commissie moet dan wel de tijd krijgen om een degelijke oorzakenanalyse te maken. Want overhaastig in een politieke snelkookpan bereide aardappels zijn onmiskenbaar heet; een goede bodem om op voort te bouwen bieden zij niet.”
Geef een reactie