Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties weet niet wanneer de jaarrekening 2017 van de provincie Utrecht kan worden vastgesteld. De provincie heeft de minister onlangs geïnformeerd over het proces van afronding, maar kon toen geen precieze datum voor de vaststelling van de jaarrekening geven. Dat schrijft Ollongren in antwoord op Kamervragen van SGP’er Bisschop over de kwestie.
Geen preventief financieel toezicht
De minister bevestigt in haar beantwoording dat ze op 18 december 2018 schriftelijk aan de provincie kenbaar heeft gemaakt de voorschotten (voor 60%) van de betalingen uit het Provinciefonds op te schorten. Ollongren heeft ook de wettelijke mogelijkheid om voorafgaand aan het kalenderjaar preventief financieel toezicht in te stellen, maar heeft daar ‘met het oog op de (solide) financiële positie van de provincie Utrecht’, voor het kalenderjaar 2019 niet toe besloten.
Onderzoek EY
De jaarrekening van de provincie Utrecht is nog altijd niet vastgesteld vanwege een slepende kwestie over de aanleg van de Uithoflijn. Accountant EY doet diepgravend onderzoek naar ‘verdwenen’ miljoenen. Die zouden volgens het AD zijn uitbetaald door de provincie en de gemeente Utrecht aan bouwbedrijf BAM voor de Uithoflijn, zonder dat duidelijk is waarvoor het geld was bestemd. Totdat het onderzoek is afgerond wil EY geen verklaring afgeven. In totaal zou het gaan om tien miljoen euro.
Opschorting betalingen
Minister Ollongren schetst in de beantwoording van de Kamervragen dat de provincie Utrecht op 15 juli 2018 de jaarrekening, controleverklaring en het verslag van bevindingen van de accountant in had moeten leveren. De provincie Utrecht heeft tijdig uitstel gevraagd voor aanlevering van de jaarrekening over het verslagjaar 2017. De minister meldt uit coulance-overwegingen te hebben ingestemd met dat verzoek. ‘Op het moment dat het duidelijk werd dat vaststelling van de jaarrekening in 2018 niet meer tot de mogelijkheden behoorde, heb ik op 18 december 2018 aan de provincie Utrecht schriftelijk kenbaar gemaakt dat ik de voorschotten (voor 60%) van de betalingen uit het Provinciefonds zou opschorten. De maximale wettelijke periode voor de opschorting bedraagt zes maanden. Vanzelfsprekend wordt de opschorting (eerder) beëindigd op het moment dat de jaarrekening is vastgesteld.’
Geef een reactie