Het OM heeft celstraffen tot een jaar geëist tegen drie boeren die worden verdacht van het stelselmatig frauderen met mest. De mestfraudezaak is volgens de officier van justitie het topje van de ijsberg.
De officier van justitie stelde vrijdag voor de rechtbank dat er sprake is van een ‘grote frauderende mestbult’. ‘Nederland is te klein om alle dierlijke mest die hier geproduceerd wordt op een milieuverantwoorde en legale wijze te verwerken. Uit onderzoek blijkt dat naar schatting tussen de 25 en 40% van de mest illegaal wordt verhandeld of gedumpt. Fraude komt zo veel voor dat deze wellicht als normaal wordt gezien, maar het is niet normaal. Het gaat om ondermijnende criminaliteit.’
Mest bevat stikstof en fosfaat; er zijn gebruiksnormen waarin maximale hoeveelheden zijn opgenomen voor stikstof, fosfaat en dierlijke mest. Is er meer mest dan verwerkt kan worden, dan moet het afgevoerd worden. ‘Dat is een kostbare aangelegenheid. Dat maakt de verleiding om te frauderen groot, met alle gevolgen van dien.’
Twee vormen van fraude
In het strafonderzoek werden twee boerenbedrijven en een bemiddelende boer gevolgd. Ze maakten vermoedelijk gebruik van twee fraudepatronen. Het eerste is dat de verdachten deden of er mest werd overgebracht naar de mesthandelaar, terwijl dat vermoedelijk niet gebeurde. Daarnaast deden de boerenbedrijven op papier lijken of ze over meer percelen konden beschikken, dan dat ze in werkelijkheid konden. Zo kon meer mest worden uitgereden. De verdachte bemiddelende boer ging op zoek naar graspercelen die nog niet waren opgegeven in het systeem. De percelen waren volgens het OM van ‘argeloze burgers’. Ze werden geregistreerd als land om mest over uit te rijden. ‘Uit onderzoek blijkt dat dit gebeurde om de mestadministratie sluitend te krijgen. De mest zou nooit zijn uitgereden over die extra percelen. In plaats daarvan reden de verdachte boeren vermoedelijk veel te veel mest uit over hun eigen land.’
‘Fraude kinderlijk eenvoudig’
De bemiddelende boer heeft in de mestfraudezaak tegenover de NVWA al verklaard tientallen boeren in Friesland te hebben gefaciliteerd om te frauderen: ‘Hij verklaarde hoe kinderlijk eenvoudig het voor intermediairs is om met apparatuur te rommelen. Als op papier het allemaal maar klopt, is het voor de NVWA praktisch onmogelijk om erachter te komen wat er nu met de mest gebeurd is’, aldus de officier. Uit het onderzoek zijn nog zeker twee strafrechtelijke en meerdere bestuursrechtelijke onderzoeken voortgekomen.
Open tegenover NVWA
Tegen de bemiddelende boer is geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist. ‘Hij is de spin in het web geweest, maar het initiatief lag deels bij de boeren. Zwaar in het voordeel van verdachte weegt dat hij op het moment dat de NVWA een onderzoek instelde, openheid van zaken heeft gegeven. Daarmee heeft hij in ernstige mate zichzelf belast. Dit is hem in zijn woonomgeving niet in dank afgenomen.’ De bemiddelende boer hoorde een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden tegen zich eisen. Daarnaast vordert de officier van justitie ruim een ton ontneming voor de gelden die hij heeft ontvangen voor de fictieve mest en het opstellen van valse documenten. Hij krijgt tot slot ook naheffingen.
Celstraffen geëist voor boeren
De boeren en hun bedrijven hebben volgens het OM geen verantwoordelijkheid genomen in de mestfraudezaak. Eén boerenbedrijf heeft een bestuurlijke naheffing opgelegd gekregen van € 174.316. Tegen beide eigenaar-boeren is een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk geëist. Voor het bedrijf eiste de officier een geldboete van € 50.000, waarvan € 25.000 voorwaardelijk.
Het andere boerenbedrijf moet een bestuurlijke naheffing betalen van bijna € 150.000 en een even hoge geldboete.
Tegen de eigenaar eiste het OM een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk.
Geef een reactie