De invoering van een minimumtarief voor zelfstandigen gaat ZZP’ers per saldo meer kosten dan opleveren. Dat schrijft de NBA in reactie op de consultatie van de Wet minimumbeloning zelfstandigen en zelfstandigenverklaring.
Het minimumtarief gaat voorbij aan het feit dat een zelfstandige niet in loondienst werkt waar het inkomen wordt bepaald door uren vermenigvuldigd met het tarief, aldus de NBA. ‘Ondernemers, waaronder kleine zelfstandigen, hebben een veel complexere opbouw van belonings- en kostenelementen die uiteindelijk tot het besteedbaar inkomen leiden. Uit het proces van totstandkoming van dit wetsvoorstel blijkt dat juist deze complexiteit zorgt voor een worsteling om te komen tot een praktisch uitvoerbare regelgeving. Deze complexiteit is een belangrijk aandachtspunt, juist voor ondernemers en vakmensen die financieel kwetsbaarder zijn en die hulp nodig hebben bij het uitvoeren van hun administratieve en fiscale verplichtingen omdat het hen aan de benodigde administratieve, arbeidsrechtelijke en fiscale kennis en kunde ontbreekt.’
Expertise inhuren
Zelfstandigen zullen meer kostbare hulp van derden moeten inschakelen, verwacht de NBA. ‘De vraag is of die kosten van inhuur van expertise opwegen tegen de eventuele extra opbrengsten van enkele euro’s door de implementatie van dit minimumtarief. Kleine zelfstandigen die nu gewend zijn om totaalprijzen af te spreken voor hun werk moeten bijvoorbeeld een sluitende urenadministratie gaan bijhouden en hun materiaalkosten apart gaan uitrekenen per opdracht. Ook moeten ZZP’ers een administratie gaan voeren waaruit hun uurtarief blijkt. Ook zeer kleine, praktisch ingestelde zelfstandigen, moeten voorafgaand aan elke opdracht een offerte gaan maken. Er is immers een inschatting nodig van de directe kosten en uren en deze moeten in de vorm van een uren- en kostenoverzicht aan de opdrachtgever worden overlegd, opdat deze het uurtarief kan berekenen. Ook zal in de praktijk blijken dat de korte termijn van twee weken waarbinnen de uitgebreid gespecificeerde factuur verstrekt moet worden, moeilijk haalbaar is.’ De NBA noemt glazenwassers die nu nog contant aan de deur afrekenen als voorbeeld. Er kan oneerlijke concurrentie ontstaan doordat bedrijven die met glazenwassers in loondienst werken, minder administratieve verplichtingen hebben.
Opslag 15% te laag
ZZP’ers moeten in software gaan investeren om het proces van administreren vanaf offreren tot aan factureren te kunnen uitvoeren. ‘Voor ZZP’ers die op of rond het minimumtarief zitten is dit wel erg begrotelijk. Het geraamde opslagpercentage van 15% voor algemene kosten uit de Memorie van Toelichting en uit de berekening van het minimumtarief uit de Kamerbrief van 22 november 2019 wordt hierdoor mogelijk te laag, zeker in combinatie met de extra administratieve expertise die in veel gevallen zal moeten worden ingehuurd.’ ZZP’ers die nu boven het minimumtarief zitten, zouden daar door de extra administratieve lasten onder kunnen komen, denkt de NBA.
Groter risico opdrachtgevers
Zakelijke opdrachtgevers krijgen daarnaast een groter ondernemersrisico omdat ze de werkelijk bestede uren moeten toetsen en vastleggen. ‘Onze verwachting is dat opdrachtgevers zekerheid wensen over de door de opdrachtnemer verstrekte stukken, bijvoorbeeld door de verklaring van een accountant. Dit leidt tot een toename van de administratieve lasten.’
Uren manipuleren
De NBA vreest ook dat opdrachtnemers die voor zowel zakelijke als particuliere opdrachtgevers werken, hun uren voor zakelijke opdrachten verlagen en de werkelijke uren voor particuliere opdrachten gaan verhogen. ‘Dit is moeilijk traceerbaar, maar kan concurrentievervalsing in de hand werken tussen ondernemers die zich wel en
ondernemers die zich niet conformeren aan de regelgeving.’ Giraal betalen leidt bovendien tot een groter debiteurenrisico. Een particulier die de rekening niet kan voldoen, kan een boete krijgen, maar daarmee is de factuur nog niet betaald. ‘Dit risico is nu waarschijnlijk niet opgenomen in de opslag van 15% ter dekking van algemene kosten.’
Meer conflictsituaties
Een ander gevaar dat de NBA signaleert, is dat ZZP’ers die werken voor grote machtige opdrachtgevers of in een markt met hele lage prijzen, onder druk komen te staan om onethisch te handelen. ‘Dit wetsvoorstel heeft immers geen invloed op geldende marktprijzen voor opdrachten.’ Door marktdruk kan het aantal uren te laag worden bepaald, omdat dat de enige factor is waar de ZZP’er invloed op kan uitoefenen. ‘Wij verwachten dat de complexiteit van de regelgeving zal zorgen voor een toename aan conflictsituaties met de betrokken instanties, zoals de Inspectie SZW en de Belastingdienst en daarmee een extra werkbelasting zal leggen bij de rechterlijke macht.’ De Wmz zal kleine zelfstandigen uiteindelijk meer kosten dan opleveren.
Zelfstandigenverklaring en webmodule
De invoering van de zelfstandigenverklaring zal geen significante verbetering brengen wat betreft zekerheid bieden over de kwalificatie van de arbeidsrelatie, denkt de NBA. Zo zijn de grenzen van een termijn van maximaal 1 jaar en een minimumtarief van 75 euro voor de zelfstandigenverklaring arbitrair gekozen, vindt de organisatie. Dat kan leiden tot het ophogen van uurtarieven om via een zelfstandigenverklaring meer zekerheid te verkrijgen. ZZP’ers die met een lager uurtarief werken, maar wel meerdere opdrachtgevers hebben, krijgen per opdracht via de webmodule een minder sterke zekerheid over hun status. ‘Van een afstand bezien echter, zal de ZZP’er met een groot aantal opdrachtgevers maatschappelijk eerder als ondernemer worden gekenmerkt.’
De webmodule biedt niet in alle gevallen zekerheid over de arbeidsrelatie, stipt de NBA aan, en zal bovendien ingewikkeld worden: ‘De beoordeling van een arbeidsrelatie is complex en dit zal waarschijnlijk tot een veelheid in juridische termen gestelde vragen leiden bij de opzet van de webmodule.’
Geef een reactie