Een ondernemer verkoopt zijn hotel, maar raakt na het sluiten van de koopovereenkomst in conflict met de kopers over de prijs en houdt vervolgens een deel van de administratie bij zich. De kopers (3B Horeca) starten een bodemprocedure over de koopovereenkomst en vorderen in kort geding de administratie van de voormalige eigenaar. Maar hoort die administratie nu rechtens bij het gekochte Haagse Andante hotel of is er sprake van een fishing expedition van de kopers om hun bodemprocedure mee verder te helpen? Over die vraag boog de Rechtbank Amsterdam zich onlangs in de kort gedingzaak. Het grootste deel van de administratie behoort rechtens aan het hotel toe, oordeelt de voorzieningenrechter. De vordering om correspondentie wordt echter afgewezen omdat het wel degelijk om een fishing expedition gaat.
Uitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2020:3286
Administratie behoort toe aan rechtspersoon
Voor de beoordeling van het geschil is van belang dat de administratie van een rechtspersoon toebehoort aan die rechtspersoon, spreekt de rechter allereerst uit. ‘Het bestuur van die rechtspersoon is ingevolge artikel 2:10 BW verplicht de administratie voor de rechtspersoon te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. Na een aandelenoverdracht of een bestuurswisseling behoren de tot de administratie behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers dus te blijven berusten bij de rechtspersoon. Voor zover de administratie bij een aandelenoverdracht en bestuurswisseling feitelijk ter hand gesteld moet worden aan een opvolgend bestuur, geldt dat aan die terhandstelling geen nadere formele eisen, zoals een notariële akte, zijn gesteld. Uit het voorgaande volgt dat een voormalig bestuurder, voormalig aandeelhouder, voormalig indirect bestuurder of voormalig beleidsbepaler in beginsel niet meer kan beschikken over of zelfs toegang kan verkrijgen tot de administratie van een rechtspersoon. Zie Hoge Raad 24 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:3019.
Administratie niet volledig overgedragen
Hieruit volgt dat het in dit kort geding aan Andante is om voldoende aannemelijk te maken dat de administratie niet (volledig) bij haar berust en vervolgens dat de voormalige eigenaar in staat is de ontbrekende onderdelen aan haar te verstrekken. Daar is zij voor een aantal onderdelen in geslaagd, oordeelt de rechter. Als eigenaar is Andante voor die onderdelen van haar administratie op grond van artikel 5:2 BW bevoegd tot revindicatie bij de voormalige eigenaar. Dit geldt voor zowel de papieren als de digitale onderdelen.
Correspondentie: fishing expedition
De vordering tot afgifte van correspondentie in het algemeen is echter te weinig concreet, oordeelt de rechter. Daarnaast is een deel al via e-mail (de voormalige eigenaar heeft zijn e-mail-account en domeinnamen overgedragen) of fysiek bij Andante aanwezig. Bovendien heeft de voormalige eigenaar op dit punt volgens de rechter terecht gesteld dat Andante geen spoedeisend belang bij afgifte heeft. Ten slotte heeft Andante erkend dat zij op zoek is naar correspondentie tussen de voormalige eigenaar en de accountant inzake correctie van de cijfers over 2018. De voorzieningenrechter is met de voormalige eigenaar van oordeel dat het wat dit betreft om een fishing expedition door Andante gaat. Een belangenafweging valt, mede gelet op het feit dat niet gebleken is dat Andante deze stukken nodig heeft om te voldoen aan haar wettelijke verplichtingen, uit in het voordeel van de voormalige eigenaar.
Geef een reactie