Met de goedkeuring en publicatie van de jaarstukken over 2018 en 2019 voor de provincie Utrecht leek afgelopen zomer een einde gekomen aan een langslepende kwestie over ruim € 12 miljoen aan niet verantwoorde kosten voor de aanleg van de Uithoflijn. Accountant PwC nam per saldo een afboeking van € 4,8 miljoen op in de jaarrekening 2018 als gevolg van de kwestie. Nu blijkt er echter toch nog onduidelijkheid te zijn tussen de gemeente en provincie Utrecht over de vraag wie voor de aanleg van een 1,9 miljoen euro kostende mysterieuze spooktrap op moet draaien.
Spooktrap
Ergens in het Utrechtse stationsgebied zou een trap van 1,9 miljoen euro zijn aangelegd voor de Uithoflijn waarvan in de politiek niemand weet om welke trap het gaat, meldt het AD. Volgens de provincie Utrecht is de trap eigendom van de gemeente Utrecht en is zij dan ook degene die het volledige bedrag zou moeten betalen.
Accountant
Volgens PwC maakt de rekening voor de trap deel uit van de in totaal 12,2 miljoen euro aan extra kosten voor de Uithoflijn die aan aannemer BAM zijn betaald zonder dat precies duidelijk is waarvoor. Dit ‘onzekere’ bedrag stelde accountant EY vorig jaar zomer na maandenlang speurwerk vast.
Verbazing in gemeenteraad
Het is onduidelijk of het bedrag inmiddels wel of niet door de gemeente aan de provincie is betaald, maar in de Utrechtse gemeenteraad is in elk geval met verbazing gereageerd op de kwestie. De PVV stelt er samen met de VVD, Stadsbelang Utrecht en de SP schriftelijke vragen over aan het college van burgemeester en wethouders. ‘Het is heel veel geld voor een trap’, zegt PVV-fractievoorzitter Henk van Deún tegen het AD. ‘Ik vraag me af of die trap wel bestaat. Die zorg wordt gevoed doordat de provincie geen prestatielevering vast kan stellen. Dat wil zeggen dat we dus geen idee hebben of die trap is geleverd en al zou de trap bestaan, wát er dan is geleverd en of die dan wel voldoet aan (bouw)eisen en dergelijke.’
Bron: AD
Geef een reactie