Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 16 jaar opgelegd aan een 55-jarige man uit Joure wegens gekwalificeerde doodslag. De man bracht op 6 februari 2018 de 56-jarige boekhouder Hans Boschma uit het Friese Heeg om het leven door hem te wurgen met een strop, nadat hij hem eerst in zijn eigen woning met geweld had afgeperst. Op die manier probeerde de man het te laten lijken alsof het om zelfdoding ging. Boschma was eigenaar van administratiekantoor Habo in Heeg. Het Hof neemt met de lange celstraf de eis van het Openbaar Ministerie over. De 55-jarige man moet daarnaast ruim 52.000 euro schadevergoeding betalen.
Uitspraak: ECLI:NL:GHARL:2020:7735
Hardnekkige ontkenning
De verdachte liet pas maanden na de daad iets los over wat er op 6 februari in het kantoorpand aan huis van Boschma was voorgevallen, meldde het OM enkele weken geleden tijdens de zitting. Aanvankelijk ontkende hij zelfs maar in het pand van het slachtoffer te zijn geweest. Na lange intensieve verhoren, waarin de verdachte met onder meer DNA-bewijs werd geconfronteerd, paste hij zijn lezing aan. Hij beweert nu dat boekhouder Boschma hem aanviel en eerst bij hem het touw om de nek deed. De verdachte zou zich hebben weten te bevrijden en het slachtoffer, na een worsteling, uit noodweer om het leven hebben gebracht.
‘Verklaring ongeloofwaardig’
De advocaat-generaal achtte die verklaring ongeloofwaardig en het Hof is het daar nu mee eens. Uit het onderzoek bleek dat het water de verdachte financieel aan de lippen stond. Daarom ging hij naar het kantoor van de boekhouder. Op de dag van zijn dood werden diverse pogingen gedaan een grote geldsom over te boeken vanaf de rekeningen van Boschma. Uiteindelijk lukte dat en werd een bedrag van 17.000 euro afgeschreven. In de minuten na de overboeking werd een e-mail met een verklaring voor de overboeking aan de ontvanger van het bedrag verzonden. Het onderzoek wees erop dat die e-mail naar alle waarschijnlijkheid door de verdachte is opgesteld, het Hof acht dat nu ook bewezen.
‘Groot en onherstelbaar leed toegebracht’
‘Aannemelijk is dat het slachtoffer tijdens zijn laatste momenten doodsangsten moet hebben uitgestaan’, spreekt het Hof bij de strafoplegging uit. ‘Daarnaast heeft verdachte een groot en onherstelbaar leed toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer, die hiermee hun leven lang geconfronteerd zullen blijven. Dit blijkt onder meer uit de verklaring van de zussen van het slachtoffer, die ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep door het nichtje van het slachtoffer is voorgelezen. Zij voelen zich eenzaam omdat het slachtoffer, met wie zij goed contact hadden, er niet meer is. Ook zijn zij verdrietig omdat hem niet alleen het leven is afgenomen, maar ook zijn levenswerk, te weten zijn eigen accountantskantoor. Het doet hen veel pijn te beseffen hoe bang het slachtoffer moet zijn geweest voordat hij overleed. Tot slot heeft dit feit ook een schok teweeggebracht in de maatschappij en gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt. Alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur kan tot adequate vergelding leiden van al het leed dat verdachte heeft veroorzaakt.’
Geef een reactie